Ook zal de priester van dat bloed doen op de hoornen des reukaltaars der welriekende specerijen, voor het aangezicht des Heeren. Leviticus 4:7
Het reukaltaar is de plaats waar gelovigen hun gebeden en lofzangen offeren. Het is heerlijk om je voor te stellen dat liet besprenkeld is met het bloed van het grote offer. Dit is de reden waarom al je aanbidding door de Heere aanvaard wordt: Hij ziet het bloed van Zijn eigen Zoon en daarom aanvaardt Hij je offer. Het is goed voor je om je ogen te vestigen op het bloed van het enige offer voor de zonde. De zonde waarmee zelfs je heilige daden besmet zijn. Je oprechtste berouw, geloof, gebed en dankzegging zouden niet door God aangenomen kunnen worden, als er geen verdienste van het zoenoffer zou zijn. Velen bespotten ‘het bloed’. Maar voor jou is dat het fundament van troost en hoop. Dat wat op de hoornen van het altaar is, moet je steeds voor ogen hebben als je tot God nadert. Het bloed geeft je gebed kracht. Daarom zit het op de hoornen van het altaar. Het is ‘voor het aangezicht van de HEERE’ en daarom hoor jij ernaar te kijken. Het is op het altaar, voordat je het reukwerk aanbrengt. Het is daar om je offers en gaven te heiligen. Kom, bid met vertrouwen. Want het offer is gebracht, op de verdienste is gepleit, het bloed is binnen het voorhangsel. Dan moeten de gebeden van de gelovigen voor de Heere aangenaam zijn.