Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Klim op een hoge berg. Jesaja 40:9
Onze kennis van Christus lijkt op het beklimmen van een van de bergen in Wales. Als je jezelf aan de voet van de berg bevindt, zie je weinig. De berg schijnt maar half zo hoog te zijn als hij werkelijk is. Als je in een kleine vallei ingesloten bent, zie je weinig anders dan de kabbelende beekjes die van de berg af in de rivier stromen. Als je de eerste hoogte beklommen hebt, wordt de vallei al groter en wijder. Ga nog verder omhoog, en je kunt heel ver in het rond kijken. Het onbelemmerde uitzicht verrukt je. Hoe verder je stijgt, hoe verder het toneel zich uitbreidt. Daar zie je een bos in een vergelegen streek, misschien wel tweehonderd mijl verderop. Hier ze je de zee, en daar een heldere rivier. Hier zie je de rokende schoorstenen van een fabrieksstad, en op een andere plek weer de masten van de schepen in een drukke haven. Dit alles neemt je aandacht gevangen, en je zegt: ‘Ik had nooit gedacht dat ik vanaf deze hoogte zoveel kon zien!’ Met het leven van een christen is het precies zo. Als wij nog maar kort in Christus leerden geloven, zien wij nog maar weinig van Hem. Hoe hoger we stijgen, hoe meer schoonheid we in Hem ontdekken. Maar wie heeft ooit de top bereikt? Wie heeft de hoogte en de diepte van de liefde van de Heere Jezus verstaan? Toen Paulus oud geworden was en met grijze haren, rillend van de kou, in de gevangenis in Rome zat, kon hij met meer nadruk zeggen: ‘Ik weet in Wie ik geloofd heb’, want iedere ervaring was als het beklimmen van een heuvel; elke beproeving was als het bestijgen van een nog hogere top, en zijn dood scheen als het ware het bereiken van de top van de berg, van waar hij al de trouw en liefde van Hem kon zien, aan Wie hij zijn ziel toevertrouwd had. Mijn lieve vriend, klim op een hoge berg!