Groeien biezen waar geen moeras is? Groeit rietgras op zonder water? Als het nog in zijn knop is, ook al wordt het niet afgeplukt, toch verdort het vóór al het andere gras. Zo zijn de paden van allen die God vergeten; de hoop van de huichelaar vergaat. (Job 8:11—13) Lees verder Mattheüs 12:22—29; 43—45.
Je hebt je huis schoongemaakt, geveegd, mooi ingericht en de slechte geest is weg. Maar als de Heilige Geest hem niet uitgedreven heeft, als het geen krachtig werk van Gods kant was, dan zal de slechte geest terugkomen met zeven geesten die nog slechter zijn. Hij zal in je huis komen wonen en je einde zal erger zijn dan je begin. Het is beter de weg van de gerechtigheid niet te kennen dan die gekend te hebben en terug te keren. Ik geloof in het onderwijs van de volharding van elk echt kind van God. Maar er zijn in al onze kerken valse huichelaars die niet op de weg blijven. Ze branden en schitteren een tijdje en dan doven ze in de duisternis, “dwaalsterren, voor wie de diepste duisternis tot in eeuwigheid bewaard wordt” (Judas 1:13). Het is beter niet te doen alsof je tot Christus gekomen en opnieuw geboren bent, tenzij je door Gods genade vast zult houden tot het einde. Denk aan de achterdeur naar de hel. Er is een openbare toegang voor hen die openlijk zondigen, maar er is een achterdeur voor hen die zeggen dat ze Christen zijn. Er is een achterdeur voor degene die al grijs wordt en zegt dat hij een Christen is, die al jaren in schijnbare oprechtheid leeft maar een leugenaar is voor God. Er is een achterdeur voor de dominee die snel en luid kan spreken, maar die in zijn eigen hart de waarheid die hij preekt niet gelooft. Er is een achterdeur naar de hel voor kerkmensen die in veel opzichten vriendelijk en voortreffelijk zijn, maar ze hebben nog niet echt op de Heere Jezus Christus gezien en echte verlossing gevonden in Hem
Ter overdenking
Soms worden christenen die net alsof doen zichtbaar door hun gedrag (1 Johannes 3:10) of door de stappen die ze later zetten (1 Johannes 2:19), soms kunnen ze het ook volhouden tot voor Gods troon (Mattheüs 7:21–23). Maar God laat niet met zich spotten (Galaten 6:7). “De Heere kent wie van Hem zijn”(2 Timotheüs 2:19).
Preek 651, 24 september 1865