Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste is, al zijn lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld van degenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven. 1 Tim. 1:16
Algemeen heerst het denkbeeld, dat Paulus’ bekering iets geheel ongewoons was, iets dat in de gewone orde van de dingen niet verwacht kan worden.
Door de tekst wordt deze veronderstelling ten stelligste weersproken, de reden van zijn verlossing was juist, dat hij tot type voor andere bekeringen zou dienen.
I. In de bekering van Paulus had de Heere ook anderen op het oog.
Het feit van zijn bekering en de wijze, waarop zij plaats had:
1. Kon strekken om bij andere Farizeën en Joden belangstelling te wekken en hen te overtuigen.
2. Kon door hem zelf in zijn prediking als argument gebruikt worden, om anderen tot bekering op te wekken en te bemoedigen.
3. Kon Paulus als prediker bemoedigen om voor anderen te blijven hopen.
4. Kon een krachtige drangreden voor hem worden om anderen te zoeken.
5. Kon, lang na Paulus’ dood in de geschiedenis vermeld blijven als middel, om velen tot Jezus te brengen.
Ons van alle bekering geschiedt met het oog op anderen.
Om wiens wil zijt gij bekeerd?
Maakt gij van uw bekering volkomen gebruik om dit doel te bereiken?
II. In heel zijn leven spreekt Paulus tot anderen.
Hij was de voornaamste in zonde en in genade en aldus spreekt zijn leven tot hen, die aan beide zijden tot de uiterste gerekend kunnen worden.
1. In zonde. Zijn bekering bewijst, dat Jezus grote zondaren aanneemt. Hij was een Godslasteraar, een vervolger en een verdrukker. Hij is in haat tegen Christus en zijn volk zo ver gegaan, als hij slechts kon. Toch heeft de genade Gods hem veranderd en vergeven.
2. In genade. Hij was een bewijs van de kracht Gods om te heiligen en te bewaren. Hij was getrouw in de bediening, helder in kennis, vurig van geest, geduldig onder lijden, naarstig in arbeiden. En dit alles in weerwil van hetgeen hij eens was. De voornaamsten in zonde kunnen verlost worden en zo is dan niemand uitgesloten.
Deze moesten en kunnen ook de voornaamsten zijn in geloof en liefde, als zij verlost zijn.
III. In heel zijn geschiedenis is hij een model voor anderen.
1. Met betrekking tot Gods lankmoedigheid over hem. Voor hem. Was die lankmoedigheid ten uiterste betoond. Was die lankmoedigheid zo groot, dat al het geduld van God zich in dit enkele voorbeeld scheen te openbaren. Was die lankmoedigheid als in een punt verenigd. Al de lankmoedigheid, die ooit gezien werd, of ooit in anderen gezien zal worden, werd in hem tentoongespreid. Werd die lankmoedigheid in velerlei opzicht bewezen, zoals: Door hem te laten leven, toen hij de heiligen vervolgde. Door hem de mogelijkheid op vergeving te laten. Door hem uit genade krachtdadig te roepen. Door hem in de bediening te stellen en hem tot de Heidenen te zenden. Door hem tot het einde toe te bewaren en te ondersteunen.
2. Met betrekking tot de wijze van zijn bekering. Hij was op merkwaardige wijze bekeerd, maar zo wij slechts onder de oppervlakte van de dingen willen zien, zullen wij bemerken, dat anderen op even merkwaardige wijze bekeerd zijn. Verlost, zonder voorafgaande toebereiding van zijn zijde. Terstond verlost uit het midden van duisternis en dood. Verlost alleen door de kracht van God. Verlost door het geloof, dat Gods Geest in hem had gewerkt. Onmiskenbaar verlost, zodat er niet aan te twijfelen viel. Zijn ook wij niet op dezelfde wijze verlost? Het is volkomen mogelijk, dat wij onszelf in Paulus zien afgespiegeld. Er is een treurige overeenkomst in onze zonde. Er is gelijkheid in de lankmoedigheid Gods over ons. Er is een zekere mate van gelijkheid in de openbaring, want van de hemel vraagt de Here Jezus ook ons: “Waarom vervolgt gij mij?” Zal er nu ook geen overeenkomst zijn in het geloof? Zullen wij niet vragen: “Wie zijt Gij, Heere?” en “Wat wilt Gij, dat ik doen zal?”