En toen de koningin van Scheba het gerucht van Salomo hoorde, aangaande de naam van de Heere, kwam zij om hem met moeilijke vragen op de proef te stellen. 1 Kon. 10:1 (1)
Het kan voor ons nuttig zijn om na te denken over de koningin van Scheba bij haar bezoek aan Salomo, want zij is ons tot teken gegeven. (Matt. 12:42). Naar alle waarschijnlijkheid kwam zij uit gelukkig Arabie; doch het is te vrezen, dat velen van hen, die ons omringen, inwoners zijn van steenachtig Arabie, want hun harten zijn zo hard als rotsen. Jezus is meer dan Salomo in wijsheid, want Hij kent de Vader zelf en al de schatten van wijsheid en kennis zijn verborgen in Hem. Het zal goed voor ons zijn om met al onze twijfels en moeilijkheden tot Jezus te gaan en zijn liefde en wijsheid op de proef te stellen.
I. Laat ons de wijze van handelen bewonderen, die door deze koningin gevolgd werd.
1. Zij wilde de wijsheid van de koning verzoeken, dat is: op de proef stellen, ten einde van Hem te leren. De beste manier om Christus te leren kennen, is om zijn discipel te worden.
2. Zij wilde hem verzoeken (beproeven) met veel raadsels. Er zijn in het leven veel moeilijkheden, veel dingen, die wij niet weten of begrijpen. “Indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere.”
3. Zij verzocht hem met raadsels. Zij stelde hem vragen, die moeilijk waren te beantwoorden. Vragen, waarop zij zelf het antwoord niet kon geven en die ook boven het bereik waren van haar wijzen, maar die niet boven het bereik waren van het veelomvattend verstand van Salomo.
Zulke vragen te doen, dat was gebruik maken van de zeldzame gelegenheid, die haar was geboden.
Grote wijsheid verdient moeilijke vragen. Gebruik Jezus zoals Hij is. “Een Uitlegger, een uit duizenden.”
Het zal Salomo behaagd hebben, dat hem zulke vragen gedaan werden.
Het toonde haar geloof in het gerucht, dat er was uitgegaan van zijn heerlijkheid en wetenschap.
Het heeft ook voorzeker verlichting geschonken aan haar eigen gemoed, want veel zaken, die haar een raadsel waren en haar in verwarring en verlegenheid hadden gebracht, waren haar nu klaar en helder geworden. Hetzelfde is waar van Jezus.
II. Laat ons haar voorbeeld volgen en onze meerdere dan Salomo met moeilijke vragen op de proef stellen.
Zie hier enkele om mee te beginnen:
1. Hoe kan de mens rechtvaardig zijn bij God?
2. Hoe kan God rechtvaardig zijn en rechtvaardigen die uit het geloof is.
3. Hoe kan de mens zalig worden door het geloof zonder de werken, terwijl het toch waar is, dat de verloste mens goede werken moet hebben?
4. Hoe kan een mens geboren worden en nu oud zijnde?
5. Hoe komt het, dat God alles ziet en toch de zonden van de gelovigen niet meer ziet?
6. Hoe kan de mens de Vader zien, die onzichthaar is?
7. Hoe kan het waar zijn, dat hetgeen uit God geboren is niet zondigt, terwijl de mensen; die uit God geboren zijn; toch dagelijks belijdenis doen van zonden?
8. Hoe kan iemand een nieuw mens zijn en toch vanwege zijn oude mens hebben te zuchten?
9. Hoe kan een mens, droevig zijnde, toch altijd blij zijn?
10. Hoe kan een mensenleven in de hemel zijn; terwijl hij nog altijd leeft op de aarde? Wij lezen, dat Salomo haar al haar woorden verklaarde en wij kunnen er van verzekerd wezen, dat Jezus ons alles zal leren, wat nodig is voor ons om te weten, want “in hem zijn al de schatten van wijsheid en kennis verborgen.” (Kol. 2:3).
III. Laat ons acht geven op sommige vragen die werkelijk van practische aard zijn.
Hoe kunnen wij tot Christus komen?
Hoe kunnen wij Christus moeilijke vragen stellen?
Hoe kan Hij ons antwoorden?
Door zijn Woord, zijn Geest, zijn Voorzienigheid.
Wat is er de reden van, dat niemand kan komen, tenzij Jezus hem trekt en dat Hij toch niemand, die tot Hem komt, zal uitwerpen.
Beproef deze beide waarheden aan uw eigen ervaring en zij zullen blijken waar te zijn.
Hoe komt het, dat er een bepaalde tijd is, een dag door Hem bepaald, terwijl de Heere ons toch gebiedt om terstond tot Hem te komen? Kom en zie.
Wat is er de reden van, dat wij niet reeds voor lang gekomen zijn?
Waarom zouden wij niet thans op dit eigen ogenblik tot Hem komen?
Gouden appels voor zilveren schalen.
De Filosofie was een geborene Heidin; maar zij kan een Christin worden en dan moet zij “Maria” worden gedoopt. Zij kan er fier op zijn om aan Jezus’ voeten te zitten. Hellas, tot Judea’s Messias komende, dat is een zeldzaam schoon gezicht.
DR. DUNCAN.
Vragers moeten leerzaam zijn. Toen Haidn in Londen was, kwam een edelman tot hem om muzieklessen van hem te nemen; maar op alles, wat Haidn zei, had hij iets aan te merken. Eindelijk verloor de toonkunstenaar het geduld en riep: “Ik zie, Mylord, dat gij het zijt, die wel de goedheid wilt hebben om mij les te geven, maar ik ben verplicht te bekennen, dat ik de eer niet verdien van zo’n meester te hebben”.
Denk niet, dat de Wijsheid zo gevleid is om u tot leerling te hebben, dat zij u gemakkelijke lessen zal opgeven en u toch de gouden medaille zal toekennen.
T.T. LYNCH.
Mensen, die verdwalen, omdat zij niet naar de weg willen vragen, zijn eerder te laken dan te beklagen. Om de mening van een beroemd geneesheer te weten te komen, zullen de men–mensen zeer veel geld betalen; maar wat zullen wij zeggen van zieken, die de onfeilbare geneesmeester niet willen raadplegen, ofschoon zijn genezingen om niet geschieden? Jezus wacht, om geraadpleegd te worden; maar de meeste mensen willen liever hun eigen onbekookte ideeen volgen, dan zijn onfeilbare leringen aan te nemen. Laten wij niet behoren tot deze. Laten wij, de goede gelegenheid hebben om met zo’n leraar te spreken, met iedere moeilijkheid tot Hem gaan en gelijk Maria, aan Jezus’ voeten zitten om van Hem te leren.
De moeilijke vraagstukken van het leven stellen ons op de proef en leren ons onze eigen onwetendheid en dwaasheid in te zien. Toch zouden wij ze niet willen missen, omdat zij tegelijker tijd ook Jezus op de proef stellen en ons zijn wijsheid en kennis openbaren. Wij kunnen ons moeilijke vragen omtrent de voorzienigheid herinneren, waarop wij niet wisten te antwoorden; maar Hij heeft ze ons zo klaar en helder gemaakt als de dag; moeilijke vragen omtrent inwendige strijd, die Hij ten volle heeft opgelost; moeilijke vragen betreffende schijnbaar onvervulde beloften, die wij thans verstaan; en moeilijke vragen omtrent de leer van het evangelie, die wij thans hebben leren beschouwen als de waarheid in Hem. Laat ons voortgaan met onze Heere op te proef te stellen, maar laat ons Hem nooit verzoeken. Elke billijke toets, al is hij ook veel scherper dan die, welke Scheba’s koningin op Salomo heeft toegepast, zal door Jezus meer dan doorstaan kunnen worden.
(1) Naar de Engelse overzetting.