Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld. Romeinen 13:1
Als je naar je eigen kerk gaat, weet je vast wel wanneer de diensten beginnen. Wanneer zijn die bij jullie? De meeste kerken hebben op zondag een dienst in de ochtend, rond half tien of tien uur, en een dienst in de avond, meestal om vijf uur of zes uur. We moeten allemaal proberen om op tijd in de kerk te zijn, nog vóór de dienst begint. Dan kunnen we tot rust komen, nadenken over God en Hem vragen om tot ons te spreken door Zijn Woord. Als we te laat komen, storen we andere mensen – en we kunnen zelf vaak niet meer goed meedoen, omdat we onrustig zijn. Ben jij wel eens te laat gekomen in de kerk? Waarom was dat? Soms is het niet onze schuld. Misschien was er een file, kwam de bus te laat, of startte de auto niet goed. Soms is de persoon die je meeneemt gewoon nog niet klaar! Ik herinner me een oudere man die ik altijd met de auto naar de kerk bracht. Een paar keer was hij nog niet aangekleed toen ik hem kwam halen! Ik moest hem zelfs een keer helpen met aankleden voordat we konden vertrekken. Dat hielp natuurlijk niet om op tijd te komen! Maar soms zijn we wél zelf de reden dat we te laat zijn. Spurgeon vond het belangrijk om op tijd te zijn bij samenkomsten. Maar op een dag kwam zelfs híj te laat! Wil je weten waarom? Het was geen zondag maar waarschijnlijk een donderdag. En het had te maken met iets dat in Groot-Brittannië ongeveer één keer in de vijf jaar gebeurt. Hier is een hint: je moet minstens achttien jaar oud zijn om het te mogen doen. Weet je het al?
Toen Spurgeon eindelijk aankwam, vertelde hij waarom hij te laat was. Onderweg was hij gestopt om te stemmen! Er waren verkiezingen, en hij wilde zijn stem uitbrengen. In veel landen in de westerse wereld is er een democratie. Dat betekent dat mensen mogen stemmen om te kiezen wie namens hun stad of streek in het parlement mag zitten. Toen iemand hoorde waarom Spurgeon te laat was, zei hij lachend: “Stemmen? Maar broeder, ik dacht dat u een burger was van het Nieuwe Jeruzalem!” Daarmee bedoelde de man: “U hoort toch bij de hemel, niet bij deze wereld?” Spurgeon glimlachte en antwoordde: “Ja, dat klopt, ik ben een burger van het Nieuwe Jeruzalem — maar mijn ‘oude mens’ is nog steeds een burger van deze wereld.” De man zei: “Dan moet u uw oude mens doden!” Spurgeon lachte en zei: “Dat heb ik al gedaan, want mijn ‘oude mens’ was een Tory, en ik heb hem op de Liberalen laten stemmen!” De Tory- en Liberale partijen van die tijd waren niet hetzelfde als de partijen van nu. Wat Spurgeon bedoelde, was dat mensen bij het stemmen niet alleen moeten denken aan wat goed is voor henzelf – zoals meer geld of minder belasting – maar vooral aan wat het beste is voor Gods eer en wat het meest in lijn is met Zijn wil. Welke regering er ook aan de macht is, de Bijbel leert ons dat het God is die de leiders hun gezag geeft. In de Bijbel staat: “Wr is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld” (Romeinen 13:1).

 
         
            

 
			
