maandag, 30 juni, 2025
Selecteer een zoekfilter

Label: uitverkiezing

1867, C.H. Spurgeon preekt in de Surray Chapel, Blackfriar's Road. Titel van de prediking "De Echo". Behandelend Schriftgedeelte voor de prediking: Psalm 27:8 Op de plaat ziet u de Surrey Chapel (1783-1881) Het was een onafhankelijke Methodistische en Congregational kerk gevestigd in Blackfriars Road, Southwark.

De Echo

Een preek uitgesproken in het jaar 1867, door C.H. Spurgeon in de Surray Chapel, Blackfriar's Road Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt: Zoek Mijn aangezicht. Ik zóek Uw aangezicht, HEERE. Psalm 27:8 De manier waarop we dit alomvattende antwoord op de uitnodiging van de Heere zouden kunnen uiteenzetten is drieledig. Ten eerste zouden we kunnen zeggen dat de mens verplicht is Gods aangezicht te zoeken, omdat Hij dat, als zijn Schepper, van hem eist. Ik denk dat het onnodig is om deze bewering in grote lijnen te rechtvaardigen in een samenkomst als deze. De Heere God heeft immers het volste recht om van het schepsel te eisen dat hij onvoorwaardelijk gehoorzaamt aan de roep van zijn Maker. Waar de Schepper zegt: 'Zoek Mijn aangezicht', daar is het schepsel verplicht te antwoorden: 'Ik zóek Uw aangezicht, HEERE!' En dit des te meer omdat onze Schepper onze verplichtingen van uur tot uur vernieuwt door Zijn almacht voortdurend aan ons te openbaren en te verheerlijken en ons bestaan voortdurend te vernieuwen. In zekere zin worden we elke dag 'geschapen', opdat het schepsel niet tot zijn oorspronkelijke staat zou terugkeren, het lichaam tot stof zou wederkeren en onze geest zou sterven, ...

Charles Haddon Spurgeon, The Metropolitan Tabernacle

De uiteindelijke volharding der heiligen

Een preek uitgesproken op 24 juni 1877, door C.H. Spurgeon, in de Metropolitan Tabernacle, Newington. De rechtvaardige zal zijn weg vasthouden. Job 17:9 De mens die rechtvaardig is voor God heeft een eigen weg. Het is niet de weg van het vlees, noch de weg van de wereld; het is een weg die voor hem is bepaald door het Goddelijk gebod, waarin hij wandelt door geloof. Het is de Koninklijke weg van heiligheid, de onreinen zullen er niet over gaan; alleen de vrijgekochten van de Heere zullen er wandelen, en dezen zullen het ervaren als een scheidingsweg van de wereld. Eenmaal op de weg des levens moet de pelgrim daarin volharden of omkomen, want zo zegt de Heere: "zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. (Hebr: 10:38)" Volharding op de weg van geloof en heiligheid is een noodzaak voor de christen, want alleen "wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. (Matt. 24:13)" Het is nutteloos om als het zaad dat op de rots gezaaid is, snel op te komen en dan tegen de tijd dat de zon opkomt te verwelken; dat zou alleen maar bewijzen dat zo'n plant geen wortel in zichzelf heeft, ...

CH Spurgeon, het Spurgeon archief

De volharding der heiligen

Charles Haddon Spurgeon 23 mei 1869 Schrifttekst: Filippenzen 1:6 Uit: Metropolitan Tabernacle Pulpit Deel 15 Vertrouwende ditzelve, dat Hij Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus. Filippenzen 1:6 De gevaren die het geestelijk leven met zich meebrengt zijn buitengewoon groot. Het leven van een christen is een aaneenschakeling van wonderen. Stel u een vonk voor die midden in de oceaan brandt, stelt u zich een steen voor die in de lucht zweeft, zie de gezondheid opbloeien in een melaatsenhuis, en de sneeuwwitte zwaan te midden van rivieren van vuil, en u ziet een beeld van het christelijk leven. De nieuwe natuur wordt levend gehouden tussen de kaken des doods, zij wordt door de kracht Gods bewaard voor onmiddellijke vernietiging; alleen door deze Goddelijke kracht kan haar bestaan voortduren. Wanneer de beoefende christen om zich heen ziet, merkt hij dat hij als een weerloze duif is die naar haar nest vliegt, en waartegen tienduizenden pijlen worden afgeschoten. Het leven van de gelovige is als de angstige vlucht van de duif, die zich een weg baant tussen de dodelijke pijlen van de vijand, terwijl hij door een voortdurend wonder er ongedeerd aan ontsnapt. ...

Een nog jonge Spurgeon

Ik doe het niet om uwentwil

Ik doe het niet om uwentwil, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 36:32 Ik zal deze tekst proberen uit te leggen. De beweegredenen voor de redding van het menselijk geslacht is te vinden in de boezem van God en niet in het karakter of de toestand van de mens. Twee rassen zijn tegen God in opstand gekomen, het ene is het engelenras en het andere het mensenras. Toen een deel van dit engelenras in opstand kwam tegen de Allerhoogste, kwam de gerechtigheid snel over hen. Zij werden weggevaagd van hun sterrenzetels in de hemel en van nu af aan zijn zij in de duisternis bewaard tot de grote dag van Gods toorn! Er werd hun nooit barmhartigheid geschonken; er werd nooit een offer voor hen gebracht. Zij waren zonder hoop en zonder genade, voor eeuwig verbannen naar de afgrond van eeuwige kwelling! Het menselijk geslacht, in intelligentie ver ondergeschikt, zondigde even gruwelijk. Als de zonden van de mensheid, waarvan wij gehoord hebben, werden samengevoegd en gewogen, kan ik nauwelijks begrijpen hoe zelfs de zonden van de duivels erger konden zijn dan de zonden van de mensheid! Maar de God die in Zijn oneindige rechtvaardigheid de engelen verwierp en hen voor eeuwig toestond ...

Eeuwig leven

En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. Johannes 10:28 Zij zullen beslist niet verloren gaan.” Er is een manier om alles weg te redeneren. Dat denk ik, maar ik weet echt niet hoe degenen die niet in de volharding van de heiligen geloven deze tekst lezen. Ze kunnen er mee doen wat ze willen maar ik zal blijven geloven wat ik hier lees, dat ik niet verloren zal gaan als ik van Christus ben. Als ik verloren ga, heeft Jezus Zijn belofte niet gehouden. Maar ik weet dat Hij trouw zal blijven aan Zijn woord. “God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou” (Numeri 23:19 SV). Elke ziel die rust op het verzoenende offer is veilig en eeuwig veilig. “Zij zullen beslist niet verloren gaan.”Dan komt de derde zin waardoor onze positie vast staat — “In Christus hand.” Het is een ereplaats: we zijn de ring aan Zijn vinger. Het is een plaats van liefde: “Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd, uw muren zijn steeds vóór Mij” (Jesaja 49:16 SV). Het ...

Pagina 1 of 8 1 2 8

Archief

Selecteer een zoekfilter

Afgelopen 24 uur

Welkom Terug!

Log hieronder in op uw account

Maak een nieuw account!

Vul de onderstaande formulieren in om te registreren op Het Spurgeon Archief

Haal uw wachtwoord op

Voer uw gebruikersnaam of e-mailadres in om uw wachtwoord opnieuw in te stellen.