Het nut van de kastijding
Gods volk kan nooit worden gestraft voor zijn zonden. God heeft hen al gestraft in de persoon van Christus. Christus, hun plaatsvervanger, heeft de volle straf voor al hun ongerechtigheden gedragen, en noch de rechtvaardigheid, noch de liefde van God kunnen ooit datgene opnieuw eisen wat Christus betaald heeft. Een kind van God kan nooit gestraft worden in de juridische zin van het woord; hij kan nooit beladen met schuld voor God de Rechter gebracht worden, want die schuld is lang geleden reeds op de schouders van Christus geladen en de straf was geëist op grond van Zijn borgtocht. Maar juist omdat de zonde niet meer gestraft kan worden en omdat de christen niet meer veroordeeld kan worden, juist daarom kan hij gekastijd worden. Omdat hij nooit voor Gods rechterstoel zal staan als een misdadiger en voor zijn zonde gestraft zal worden, staat hij nu dus in een nieuwe relatie tot God - namelijk die van een kind tegenover zijn vader: en als een zoon mag hij gekastijd worden wegens zijn zonde. Het hart van al Gods kinderen zit vol domheden, en de zweep van de Vader moet die domheid uit hen verwijderen. Het is essentieel om het verschil tussen ...