Label: Gods hulp

Ik sterk u. Jes. 41:10 Wanneer wij worden geroepen om te dienen of te lijden, gaan wij na hoe het staat met onze kracht, en dan bemerken wij, dat die kleiner is dan wij dachten en minder dan wij nodig hebben. Maar laat ons hart in ons niet bezwijken, zolang wij een woord als dit bezitten om op terug te vallen, want het waarborgt ons alles waaraan wij mogelijkerwijs behoefte zouden kunnen hebben. God bezit een almachtige kracht; die kracht kan Hij aan ons mededelen en Hij belooft, dat Hij dit zal doen. Hij wil het voedsel zijn voor onze zielen en de gezondheid voor onze harten en zo wil Hij ons kracht schenken. Het is niet te zeggen hoeveel kracht God in een mens kan leggen. Wanneer er goddelijke kracht komt, dan is menselijke zwakheid geen belemmering meer. Herinneren wij ons geen tijden van moeite en beproeving, waarin wij zulk een bijzondere kracht ontvingen, dat wij verwonderd waren over onszelf? Te midden van gevaar waren wij kalm, onder verlies berustend, onder laster beheersten wij onszelf en in ziekte waren wij geduldig. De werkelijkheid is, dat God onverwachte kracht geeft, wanneer buitengewone beproevingen over ons komen. Wij stijgen boven onze zwakke ...

Een preek gepubliceerd op donderdag 24 oktober 1912, uitgesproken door C.H. Spurgeon, in de Metropolitan Tabernacle, Newington. Om aangaande de treurenden van Sion te beschikken. Jesaja 61:3 Het is geen klein voorrecht om met zekerheid te weten over wie deze woorden gesproken zijn. Onze geliefde Meester heeft deze uitspraak op Zichzelf betrokken, waardoor er geen enkele twijfel meer mogelijk is: in deze dienaar van de Heere herkennen wij de Zoon van God Zelf. Toen Hij op de sabbat in de synagoge te Nazareth, voor een verbaasde menigte, deze indrukwekkende passage uit de Schrift voorlas en de rol vervolgens teruggaf aan de leider van de synagoge, begon Hij deze te verklaren met de woorden: 'Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.' Het is dan ook niet verwonderlijk dat Zijn toehoorders hun ogen vol bewondering op Hem gericht hielden, onder de indruk van de genadige woorden die uit Zijn mond kwamen. Sta eens stil bij de kern van deze bijzondere toespraak. Het onderwerp was Hijzelf: als Verkondiger van het goede nieuws, als degene Die de gebrokenen van hart verbindt, en als Bevrijder van hen die in slavernij verkeren. Onmiskenbaar verwees Hij hiermee ook naar het oude Joodse jubeljaar. Wanneer in de ...