Nabij de zon

Ik wil dan, dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen, zonder toorn en twisting. 1 Timotheüs 2:8

Paulus sprak hier tot allen die deel hadden aan het mystieke lichaam van Christus, de kerk. Christen, leer troost te putten uit Gods genadig handelen met de kerk. Iets wat uw Meester zo dierbaar is, zou dat ook niet boven alles u dierbaar moeten zijn? Ook al is uw weg donker, kunt u uw hart niet verblijden met de overwinning van Zijn kruis en de verbreiding van de waarheid? Als we kijken naar wat God heeft gedaan en doet voor Sion, en ook naar wat Hij nog zal doen voor Zijn kerk, dan vergeten we onze persoonlijke moeilijkheden. Denk daaraan, gelovige, als u bedroefd van hart en zwaarmoedig van geest bent. ‘Bidt voor de vrede van Jeruzalem’ en uw ziel zal verfrist worden. ‘Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.’ Bid niet alleen betreffende uw eigen zonden, uw eigen noden, uw eigen tekortkomingen, uw eigen verzoekingen, maar laat uw gebeden de met sterren bezaaide ladder beklimmen en tot Christus gaan, en als u dan de met bloed besprenkelde troon der genade nadert, bid dan voortdurend: ‘Heere, breid het koninkrijk van Uw dierbare Zoon uit.’ Zo’n vurig uitgesproken smeking zal de geest van uw gebeden verlevendigen. Bedenk dat de oprechtheid van uw gebeden blijkt uit het ernstig zoeken van het bevorderen van Gods eer.