Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Mijn zuster, o bruid! Hooglied 4:12
Let op de zoete namen, waarmee de hemelse Salomo met grote genegenheid van liefde tot zijn bruid, de gemeente door Hem verkregen, toespreekt: mijn zuster”, die mij dierbaar is door banden van de natuur, die alle dingen met mij deelt. O bruid, mijn bruid! liefste en dierbaarste, aan Mij verbonden met de tederste banden van de liefde, mijn beminde levensgezellin, mijn wederhelft. Mijn zuster door mijn menswording, die Mij maakt been van uw been en vlees van uw vlees, mijn bruid, door hemelse verloving, waarin Ik u aan Mij verbonden heb in gerechtigheid. Mijn zuster, die ik van ouds af heb gekend en van haar vroegste jeugd af heb bewaakt; mijn bruid, van uit de dochteren genomen, met de armen van de liefde omarmd, en voor eeuwig aan Mij verbonden. Hoe waar is het, dat onze hemelse bloedverwant zich voor ons niet schaamt! Want met onmiskenbare vreugde vermeldt Hij deze dubbele betrekking; met zielsverrukking spreekt Hij van de gemeente als van Zijn eigendom. Zijn vermakingen waren met de mensenkinderen, omdat die mensenkinderen Zijn uitverkorenen waren. Hij, de herder, zocht de schapen, omdat zij Zijn schapen waren; Hij ging om te zoeken en zalig te maken dat verloren was, omdat wat verloren was Hem toebehoorde, lang voor het voor Hem of voor hen zelf verloren ging. De gemeente is het uitsluitend deel van haar Heere; niemand mag aanspraak maken op haar liefde om die met Hem te delen. Heere Jezus! Uw gemeente verheugt zich hierin. Dat iedere ziel troost putte uit deze bronnen van heil. Ziel, Christus is aan u verbonden door de banden des bloeds. Christus is u dierbaar door de banden des huwelijks, en u bent Hem dierbaar; zie Hij grijpt uw beide handen met Zijn handen aan, zeggende: Mijn zuster, mijn bruid. Merk op deze twee heilige handgrepen, waarbij de Heere u zo onlosmakelijk vasthoudt, dat Hij u in van de eeuwigheid niet kan noch zal laten gaan. Wees niet traag, o beminde! om deze heilige liefde te beantwoorden.