Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Allen ben ik alles geworden, opdat ik immers enigen behouden zou. 1 Korinthiërs 9:12
Het grote doel van Paulus was niet om alleen te onderwijzen, te verbeteren, maar ook te behouden. Alles wat hierin tekort schoot zou hem hebben teleurgesteld; hij wilde de mensen graag vernieuwd zien, verzekerd van de vergeving van hun zonden, geheiligd, in een woord “behouden.” Hebben wij met al onze christelijke werkzaamheden een minder belangrijk doel voor ogen? Laat ons dan onze wegen verbeteren; want wat zal het op de laatste grote dag uitmaken, dat wij de mensen onderwezen en hun de zedenwet voorgehouden hebben, wanneer zij voor God verschijnen zonder behouden te zijn. Onze kleren zullen met bloed bevlekt zijn, als wij ons leven lang naar een minder belangrijk doel hebben gestreefd, en vergeten hebben, dat de mensen behoefte hebben aan verlossing. Paulus kende het verval van de menselijke natuurstaat, en daarom was zijn hoofddoel niet om mensen op te voeden, maar hen te behouden; hij zag de mensen in de hel zinken, en daarom sprak hij niet om hen netter te maken, maar hen van de toekomende toorn te behouden. Om hun de zaligheid te brengen, gaf hij zich over met onvermoeide ijver aan de verkondiging van het Evangelie, hij waarschuwde de mensen van heinde en verre, en smeekte hen om zich met God te laten verzoenen. Ernstig waren zijn gebeden, onafgebroken zijn werk. Zielen redden was zijn levensdoel, het was zijn enige ijver en hartstocht. Hij werd een aller dienaar, hij zwoegde voor zijn medemensen, en voelde zich erg verdrietig, als hij het Evangelie niet verkondigde. Zijn eigen inzicht hield hij achterwege om vooroordelen te vermijden; in onverschillige zaken telde voor hem zijn eigen wil niet mee, als men maar het Evangelie wilde aannemen, stelde hij geen vragen over vormen of plechtigheden; het Evangelie was voor hem de enige, belangrijke zaak. Als hij maar het middel mocht zijn om enkele te behouden, dan was hij tevreden. Dit was de kroon, waarnaar hij streefde, het enige en voldoende loon van al zijn arbeid en zelfverloochening. Lieve lezer! hebben u en ik geleefd om volgens deze edelen maatstaf zielen te winnen? Worden wij door deze alles beheersende drang gedrongen? Zo nee, waarom niet? Jezus is voor zondaars gestorven, kunnen wij niet voor hen leven? Waar is onze tederheid? Waar onze liefde voor Christus, als wij zijn eer niet zoeken in het behoud van mensen? Och, dat de Heere ons wilde doordringen met een nooit verflauwende ijver voor de zielen van mensen.