Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader. Jakobus 1:17
Er was in Londen grote behoefte aan een weeshuis. In die tijd gaf de regering geen hulp en uitkeringen aan mensen zoals nu. Veel arme gezinnen verkeerden in wanhopige situaties, en het leven kon bijzonder hard zijn voor kinderen zonder ouders. In de begindagen van het weeshuis bezocht Spurgeon zelf de aanvragers – meestal waren dat weduwvrouwen. Dan luisterde hij naar hun trieste verhalen en gaf hen vaak wat geld of andere hulp. Het probleem was dat het weeshuis niet alle kinderen in nood kon opnemen, omdat het er zo veel waren! Op een dag kwam er een vrouw met een groot aantal kinderen, zowel jongens als meisjes. Spurgeon sprak met haar, en stelde haar een paar vragen. Zij had een zeer droevig verhaal te vertellen. Ze was getrouwd, kreeg enkele kinderen, en toen stierf haar man. Ze trouwde opnieuw, kreeg nog enkele kinderen, en toen, kort geleden, stierf haar tweede man. Voordat hij met haar trouwde, was de tweede man ook getrouwd en weduwe geworden, en hij had in dat huwelijk ook kinderen gekregen! De vrouw deed iets wat Spurgeon nogal grappig vond. Ze verdeelde de kinderen in drie groepen, en zei, “Deze zijn van hem, deze zijn van mij, en deze zijn van ons!” Kun jij dat uitvogelen? De kinderen van haar tweede man die voortkwamen uit zijn eerste huwelijk waren “van hem”; de kinderen uit haar eerste huwelijk waren “van mij”; en de kinderen uit hun tweede huwelijk waren “van ons”! Nadat hij naar haar had geluisterd, hielp Spurgeon haar gezin zoveel hij kon, hoewel ik niet weet of een van haar kinderen in de Weeshuizen terecht kwam.
Maar, hoe zit het met jou? Heb je genoeg te eten? Heb je mooie kleren om te dragen, vooral in de winter, als het koud is? En wat ga je vanavond doen? In een fijn, knus en comfortabel bed kruipen en heerlijk slapen? Ik verwacht dat je elke dag goed te eten hebt, dat je warme kleren hebt, dat je ‘s avonds een bed hebt om in te slapen en een huis waarin je veilig kunt wonen. Je zou het volgende kunnen doen. Pak een stuk papier en een potlood of pen, en schrijf alle goede dingen op die je elke dag ontvangt, de gemakken van het leven, en de mensen die voor je zorgen. Er is een oud refrein dat zegt:
Tel je zegeningen. Tel ze één voor één.
Tel ze alle en vergeet er geen.
Tel ze alle noem ze één voor één,
Dan zie jij Gods liefde door alles heen.
De Bijbel zegt: “Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader …” (Jakobus 1:17). We horen Hem te danken voor al deze goede gaven!
Vertaald uit: A Fly on The Nose and 51 other great stories