Bank des geloofs

Deze Jezus, die van u opgenomen is in de hemel, zal alzó komen, gelijk gij Hem naar de hemel hebt zien henenvaren. Hand. 1:11

Velen vieren op deze dag de eerste komst van onze Heere; laten wij onze gedachten wenden naar de belofte van zijn tweede komst. Deze is even zeker als de eerste komst, en zij ontleent daaraan een grote mate van haar zekerheid. Hij, die kwam als een nederig man om te dienen, zal zeker komen om het loon voor zijn dienst in ontvangst te nemen. Hij, die kwam om te lijden, zal niet dralen om te komen regeren. Dit is onze heerlijke hoop, want wij zullen in zijn vreugde delen. Thans moeten wij ons schuil houden en vernedering ondergaan, evenals Hij, toen Hij hier beneden was. Maar wanneer Hij komt zal dat onze openbaarwording zijn, zoals het ook zijn openbaring zal zijn. Gestorven heiligen zullen leven bij zijn verschijning. De belasterden en verachten zullen stralen als de zon in het Koninkrijk van hun Vader. Dan zullen de heiligen verschijnen als koningen en priesters, en de dagen van hun rouw zullen worden beëindigd. De lange rust en de onbegrijpelijke glans van een duizendjarige regering zal een overvloedige vergoeding zijn voor de eeuwen van getuigen en strijden. O, dat de Heere wilde komen! Hij is op komst! Hij is op weg en reist snel. Het geluid van zijn nadering moet als muziek zijn voor ons hart! Klept luid, gij klokken van de hoop!