Ik ging voorbij de akker van een luiaard en voorbij de wijngaard van een verstandeloos mens; en ziet, hij was gans opgeschoten van distelen. Spreuken 24:30-32.
Wie wijsheid liefheeft, heeft de macht om overal onderwijzing te vinden. Voor de nadenkende hebben brandnetels en distels een woord dat hem ten goede komt. Wijst niet de Schrift erop dat doornen en distels de bestemming hebben om de tot zonde vervallen mens over zichzelf te doen nadenken? Zeggen niet zij op verstaanbare wijze wat de zonde teweegbracht en dat alle zaad van opstand tegen God zulke vruchten doet oogsten?
„Ik ging”, zegt Salomo, „voorbij de akker van een luiaard en voorbij de wijngaard van een verstandeloos mens. Als ik die aanschouwde, nam ik het ter harte, ik zag ze en nam onderwijzing aan.” Wat uw oog ook waarneemt, beschouw het met aandacht, en u zult het niet vergeefs hebben gadegeslagen. Wanneer u het zo ziet zal geheel de schepping, land en zee, aarde en hemel u een boek, een heilig onderwijs worden, ja, al wat leven ontvangen heeft, dier en plant, zelfs het kleinste en minst beduidende, zal blijken lering voor u te bevatten.
Niet minder waar is het dat wij zeer nuttige lessen kunnen ontvangen uit dingen die niet in onze smaak vallen. Wel kunnen wij er zeker van zijn dat Salomo niet het minste behagen schepte in de distels en doornen die de akker en wijngaard van de luiaard ontsierden, en toch trok hij er lering uit.