Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Matteüs 10:32
Wat een genadige belofte! Het is voor mij een grote vreugde om mijn Heere te belijden. Wat mijn fouten ook zijn, ik schaam me niet voor Jezus, en ik vrees ook niet om de leerstellingen van Zijn kruis te verklaren. O HEERE, Ik heb Uw gerechtigheid niet in mijn hart verborgen. Zoet is het vooruitzicht dat de tekst mij voorhoudt! Vrienden verlaten mij en vijanden juichen, maar de HEERE verlaat zijn dienaar niet. Zeker, mijn Heer zal me hier op aarde als Zijn bezit beschouwen en mij nieuwe tekens geven van zijn gunstige zorg. Maar er komt een dag dat ik voor de grote Vader moet staan. Wat een geluk om te weten dat Jezus dan voor mij zal belijden! Hij zal zeggen: “Deze man heeft Mij echt vertrouwd en was bereid gesmaad te worden ter wille van Mijn Naam, en daarom erken ik hem als Mijne.” Op een zekere dag werd een groot man tot ridder geslagen, en de koningin gaf hem een band met juwelen; maar wat betekend dat? Het zal een eer zijn buiten alle eerbetoon dat de Heer Jezus ons in de tegenwoordigheid van de Goddelijke Majesteit in de hemel zal belijden. Laat ik mijzelf nooit schamen om mijn Heere te belijden. Laat ik nooit zwijgen in een lafhartige stilte of een zwak compromis toelaten. Zal ik blozen om Hem te belijden, Die belooft dat Hij mij zal belijden?