Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg. 2 Korinthe 7 vers 10
Echte geestelijke droefheid over de zonde is het werk van Gods Geest. De bloem van het berouw is te mooi om op de natuurlijke bodem te groeien. De natuur vormt parels in oesterschelpen, maar geen berouw in zondaars. Dit berouw is er alleen als de genade van God haar tot stand brengt. Als je ook maar een sprankje oprechte afkeer van de zonde hebt, heb je dat van God gekregen. De doornen van de menselijke natuur brengen geen enkele vijg voort. ‘Wat uit het vlees geboren is, is vlees.’ Het echte berouw neemt de toevlucht tot de Zaligmaker. Als wij onze zonden betreuren, moeten we ons ene oog op de zonde richten en het andere op het kruis; en eigenlijk zou het nog beter zijn als wij onze beide ogen op Christus zouden richten. We zouden onze zonden dan alleen zien in het licht van Zijn liefde. Oprecht berouw over de zonde is heel praktisch. Niemand kan zeggen dat hij de zonde haat als hij erin leeft. Het berouw opent onze ogen voor het gevaar van de zonde, niet alleen in woorden, maar ook in de praktijk. Een kind dat zich gebrand heeft, is bang voor het vuur. Wij moeten net zo bang zijn voor de zonde als de man die bestolen is, bang is voor de openbare weg. Wij moeten de zonde overal ontvluchten en vermijden; niet alleen in de grote, maar ook in de kleine dingen. Kleine adders kunnen net zo gevaarlijk zijn als grote. Het oprechte berouw over de zonde leert ons om onze tong in toom te houden, omdat we bang zijn dat we de verkeerde woorden zullen uitspreken. Als wij oprecht berouw hebben, zullen wij onze dagelijkse handelingen zorgvuldig bewaken, om te voorkomen dat wij ook maar op één enkel punt zouden zondigen. Elke avond besluiten we de dag met de belijdenis van onze vele tekortkomingen, en elke ochtend worden we wakker met het vurige gebed in ons hart of God ons deze dag wil bewaren zodat we niet tegen Hem zondigen. Oprecht berouw is ook blijvend. Gelovigen hebben tot op de dag van hun dood berouw. Deze bron stroomt niet alleen maar zo af en toe. Elk ander verdriet dat wij ervaren, wordt met de tijd minder heftig, maar dit verdriet groeit met ons mee, en is in zijn bitterheid zelfs nog zoet. Laten we God danken, Die het toelaat dat wij een korte tijd moeten lijden, voor we in de eeuwige rust binnengaan.