Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
In Uw hand beveel ik mijn geest; Gij hebt mij verlost, Heere, Gij God der waarheid. Psalm 31:6
Reeds meermalen werden deze woorden in de uren van de scheidens door heilige mannen gebezigd. Wij kunnen ze tot ons nut deze avond overdenken. Het voorwerp van de gelovigen zorg en kommer is niet zijn lichaam of zijn bezitting, maar zijn ziel; deze is zijn uitverkoren schat; als zij slechts veilig is, dan is alles wel. Wat is deze staat van de sterfelijkheid bij de ziel vergeleken? De gelovige vertrouwt zijn ziel aan de hand zijns Gods toe; van Hem is zij gekomen, door Hem werd zij tevoren onderhouden, zij is zijn eigendom. Hij is machtig haar te bewaren, en daarom is het ook zo goed, Dat hij haar tot zich neemt. Alle dingen zijn veilig in de handen van Jehova; wat wij de Heere toevertrouwen zal veilig wezen, zowel nu als in die dag van de dagen, waarheen wij ons spoeden. Berusting in de zorg des Hemels geeft een vredevol leven en een heerlijk sterven; ten allen tijde behoren wij ons in alles aan Jezus’ trouwe hand toe te vertrouwen; dan, al mag ook het leven aan een draad gehangen zijn en de tegenspoeden zich vermenigvuldigen als de baren van de zee, onze ziel zal gerust wonen, en in stille, liefelijke plaatsen zich verlustigen. Gij hebt mij verlost Gij God van de waarheid. De verlossing is een vaste grondslag voor het vertrouwen. David kende Calvarie niet gelijk wij; tijdelijke verlossing bemoedigde hem, en zal dan de eeuwige verlossing ons niet veel meer vertroosten? Vroegere uitkomsten zijn prachtige pleitgronden van hulp voor het tegenwoordige. Wat de Heere heeft gedaan, zal Hij ook weer doen; immers Hij verandert niet. Hij is getrouw aan zijn beloften, en vol genade jegens zijn heiligen. Hij zal zich van zijn volk niet afwenden. Al slaat Gij mij, ‘k betrouw op U; ‘k Zal uit het stof U loven; Uw liefde heb ik eens gesmaakt, En blijf aan haar geloven. Daar Uw genâ op Golgotha Zo heerlijk is gebleken. Is Uw kastijding zelfs, o Heer! Voor mij een liefdeteken.