Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen. Mattheus 12:20
Wat is zwakker dan het geknakte riet en het rokende lemmet? Een riet, dat in het moeras groeit, als de wilde eend er op neerkomt, breekt het af; laat de voet het even aanraken, en het is gekneusd; elke windvlaag, die over de rivier waait, doet het heen en weer bewegen. Gij kunt niets bedenken, dat teerder en brozer is, dat aan meer gevaren blootstaat, dan een geknakte riet. Ziet nu op het rokende lemmet, wat is het? het heeft een vonk in zich, dat is waar, maar die is bijna uitgedoofd; de adem van een kind zou haar kunnen uitblazen; niets heeft zulk een onzeker bestaan als dat. Zwakke dingen worden hier beschreven; evenwel zegt Jezus van hen: “Het rokende lemmet zal Ik niet uitblussen.” Sommige van Gods kinderen worden gesterkt om grote dingen voor hun Heere te doen; God heeft hier en daar zijn Simsons, die de poorten van Gaza uitrukken en op een hoogte brengen; Hij heeft enige machtige, met leeuwenmoed bezielde dienaren, maar de meerderheid van zijn volk is een schroomvallig en benauwd ras; gelijk aan spreeuwen, die door elke voorbijganger verjaagd worden; een klein vreesachtige kudde. Komt de verzoeking, dan laten ze zich in strikken vangen, gelijk de vogels; bij de minste beproeving schijnen zij te zullen bezwijken; hun wrakke kiel wordt heen en weer geslingerd bij elke golf, zij worden voortgedreven als een zeevogel op de baren, die weke zielen, zonder kracht, zonder wijsheid, zonder toe voorzicht. En toch, hoe zwak zij zijn, en juist omdat zij zwak zijn, is deze belofte bijzonder aan hen gedaan. Hierin is genade! Hierin is liefde en ontferming! Welk een blik doet het ons slaan in het hart van Jezus! Hoe liefderijk is het, hoe teer, hoe toegevend! Wij hebben nooit zijn aanraking te vrezen. Wij hebben geen hard woord van Hem te wachten: schoon Hij ons wel mag bestraffen over onze flauwheid, stoot Hij ons toch niet van zich. Het geknakte riet zal geen slag van Hem ontvangen, het rokend lemmet geen uitblussende blik te verduren hebben.