Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Geloofd zij God, Die mijn gebed niet heeft afgewezen. Psalm 66:20
Als we terugzien op het karakter van onze gebeden, zullen we vol worden van aanbidding, en niet kunnen begrijpen dat God ze verhoord heeft. Er zijn mensen die wel vinden dat hun gebeden verhoring waard zijn, zoals de Farizeeër, maar de echte christen huilt als hij terugblikt op zijn gebeden. Hij wilde dat hij ernstiger had gebeden. Denk er eens aan hoe koud je gebeden waren. Je hoorde te worstelen, zoals Jakob dit deed; maar in plaats daarvan was je smeken flauw en het leek helemaal niet op het ootmoedige en eenvoudige volhardende geloof, dat uitroept: ‘Ik zal U niet laten gaan, tenzij U mij zegent.’ Het is heel wonderlijk om te ontdekken dat God deze koude gebeden toch heeft verhoord. Bedenk ook hoe zeldzaam je gebeden waren, behalve wanneer je in moeilijke omstandigheden zat. Toen ging je vaak naar de genadetroon; maar toen je de verhoring kreeg, was het gedaan met je aanhoudende bidden. Maar hoewel jij ophield met bidden, hield God niet op met je te zegenen. Toen jij de plaats bij de genadetroon verliet, verliet God die niet. Het heldere licht van de Sjechina bleef zichtbaar tussen de vleugels van de cherubim. O, het is zo wonderlijk dat de Heere wil letten op onze afgebroken buien van ernstig gebed, die opkomen en verdwijnen al naar gelang wij in nood zijn! Wat een genadige God is Hij, dat Hij zelfs de gebeden hoort van hen die in dringende nood naar Hem toe komen, maar Hem vergeten zodra zij de zegen hebben ontvangen. Zij komen tot Hem als zij gedwongen worden, maar zij vergeten zich naar Hem toe te gaan in tijden waarin de zegeningen overvloedig zijn en de smarten weinig. Laat Zijn genadige liefde onze harten treffen, zodat wij vanaf nu altijd in de Geest zullen bidden.