Een schipbreukeling heeft een vlot gebouwd en ver weg in de woeste uitgestrektheid van het meedogenloze water, heeft hij zichzelf badend in het zweet dag in dag uit vermoeid, in de hoop dat hij land of het zeil van een vriendelijk schip zou zien. Wat zou hij wel niet over hebben voor een beetje drinkwater, want drinkwater is een onmisbaar deel van zijn leven geworden. Zijn tong is als een vuurbrand en zijn mond is als een oven, uitgedroogd en smachtend van dorst, zucht en roept hij naar de hemel, in de hoop dat er misschien een verfrissende regenbui op hem zal vallen. Welnu, Jezus Christus is voor degenen die voor God leven, het water des levens en het brood des levens. Het is absoluut noodzakelijk voor de voortzetting van hun geestelijk leven dat zij in Hem zouden leven; en terwijl zij in Hem leven, wordt hun dorst gelest, hun honger is weggenomen en hun geest verheugt zich met “een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde (1 Petrus 1:8).” Het leven en het voedsel dat het leven ondersteunt, behoren tot de kostbaarste dingen die de mens kan bezitten, dit is alles wat u voor uw ziel nodig hebt en het is allemaal opgeslagen in Jezus.