Zo heb ik dan roem in Christus Jezus in die dingen, die God aangaan. Want ik zou niet durven iets zeggen, hetwelk Christus door mij niet gewrocht heeft, tot gehoorzaamheid der heidenen, met woorden en werken; Door kracht van tekenen en wonderheden, en door de kracht van den Geest Gods, zodat ik, van Jeruzalem af, en rondom, tot Illyrikum toe, het Evangelie van Christus vervuld heb. En alzo zeer begerig geweest ben om het Evangelie te verkondigen, niet waar Christus genoemd was, opdat ik niet op eens anders fondament zou bouwen; Romeinen 15:17-20
Mijn ziel hijgt en verlangt soms naar de vrijheid om Christus te prediken waar Hij nooit eerder werd gepredikt; niet om op het fundament van een ander te bouwen, maar om naar een onbetreden land te gaan, een of andere plaats waar de voet van Christus’ dienaar niet eerder heeft gelopen, opdat “De woestijn en de dorre plaatsen hierover vrolijk zullen zijn, en de wildernis zich zal verheugen, en zal bloeien als een roos.” (Jesaja 35:1 SV). Ik heb mezelf ernstig afgevraagd of ik in China of India niet zou mogen getuigen van de genade van Jezus, en in de ogen van God heb ik die vraag beantwoord. Ik heb de overtuiging dat mijn positie in Engeland niet zal toestaan dat ik de sfeer waarin ik me nu bevind, verlaat, anders zou ik me morgen als zendeling aanbieden. Maar u, die vrij bent van zo’n groot werk als dat wat op mij is geworpen – u die talenten hebt die tot nu toe voor geen enkel bijzonder doel bestemd zijn, en die de kracht heeft wat tot nu toe voor geen enkel doel bestemd is, en die tot geen enkel gebied beperkt is; hoort gij mijn Meester niet zeggen, in tonen van klaaglijk verdriet, vermengd met een autoriteit die niet ontkend mag worden: “Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes” (Mattheüs 28:19 SV)?