Met de ’zonen van Jacob’ worden mensen bedoeld, die speciale voorrechten genieten en aanspraken kunnen laten gelden. Jacob bezat geen geboorterechten, maar hij zou ze spoedig bezitten. Hij ruilde een bord soep met zijn broer Ezau en zo verkreeg hij zijn eerstgeboorterecht. Ik keur het middel niet goed; maar hij deed het om de zegen te krijgen en zo verwierf hij speciale voorrechten. Met de ’zonen van Jacob’ worden mensen bedoeld die speciale voorrechten en aanspraken hebben. Aan hen die geloven, heeft Hij het recht en de macht gegeven om zonen van God te worden. Zij hebben een aandeel in het bloed van Christus; zij hebben er recht op om door de poorten de stad binnen te komen; zij hebben aanspraken op eeuwige eer; zij bezitten het recht om zichzelf zonen van God te noemen. Ja zeker, er zijn bijzondere rechten en privileges verbonden aan de ’zonen van Jacob’.
Maar deze ’zonen van Jacob’ waren mannen met bijzondere openbaringen. Jacob ontving bijzondere openbaringen van zijn God en daarin werd hij rijk gezegend. Eens lag hij ’s nachts te slapen; de struiken dienden hem als gordijnen, de hemel was zijn dak, een steen was zijn kussen en de aarde zijn bed. Plotseling kreeg hij een wonderbaarlijk visioen. Hij zag een ladder en de engelen van God daalden af en stegen weer op. Hij had dus een visioen van Christus Jezus als de ladder die reikt van de aarde naar de hemel en van de engelen die gaan en komen om ons zegeningen te brengen. En wat voor een visioen kreeg hij bij Mahanaïm, toen Gods engelen hem ontmoetten; en opnieuw bij Pniël waar hij met God vocht en Hem recht in het gezicht keek. Dat waren bijzondere openbaringen en wat hier beschreven is verwijst naar hen die, net als Jacob, bijzondere openbaringen hebben gehad.
De ’zonen van Jacob’ hebben bijzondere visioenen gehad. Zij hebben met God gepraat zoals een man praat met zijn vriend; zij hebben Jehova iets in het oor gefluisterd; Christus is bij hen geweest om samen met hen te eten en zij met Christus; en de Heilige Geest heeft in hun zielen geschenen met zo’n geweldige straal dat zij geen twijfels konden hebben over hun bijzondere visioenen. De ’zonen van Jacob’ zijn mannen die zich konden verheugen in deze openbaringen.
Maar, het zijn ook mannen die bijzondere beproevingen moesten ondergaan. Die arme Jacob! Ik zou Jacobs lot niet hebben verkozen, als ik niet het vooruitzicht had gehad van Jacobs zegen; want het was een hard lot. Hij moest weglopen van het huis van zijn vader naar Laban; en toen bedroog die gemelijke oude Laban hem alle jaren dat hij daar was. Hij bedroog hem in verband met zijn vrouw, zijn salaris en zijn kudden; hij bedroog hem constant. Uiteindelijk moet hij vluchten voor Laban, die hem achtervolgt en inhaalt. Daarna komt Ezau met vierhonderd man om hem uit te roeien. Dan, na een periode van gebed, vecht hij en moet als gevolg daarvan zijn hele leven met zijn heup uit de kom lopen. Even later sterft zijn zeer geliefde vrouw Rachel. Daarna wordt zijn dochter Dina ontvoerd en vermoorden zijn zoons de mannen van Sichem. Zijn dierbare zoon Jozef wordt verkocht naar Egypte en er komt een hongersnood. Dan komt Ruben bij zijn rustbed en bezoedelt het; Juda pleegt incest met zijn eigen schoondochter; kortom, al Jacobs zonen zijn hem tot een plaag. Ten slotte wordt Benjamin meegenomen, en de oude man roept, zo ongeveer gebroken van hart: Jozef is niet meer, en Simeon is er niet meer, en Benjamin wilt gij meenemen! Er is nooit een mens zwaarder beproefd dan Jacob, en dat allemaal vanwege die ene zonde dat hij zijn broer bedrogen had.
Zijn hele leven heeft God hem gekastijd. Maar ik geloof dat velen met de oude Jacob kunnen meevoelen. Zij moesten soortgelijke beproevingen doorstaan. Wel, kruisdragers, God zegt: Ik de Heere, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jacobs, niet verteerd. Arme beproefde zielen! U wordt niet verteerd vanwege de onveranderlijke natuur van God. Wordt nu niet geprikkeld, en zeg met de eigendunk van de ellende: Ik ben de man die ellende gezien heeft. Hoezo? De ’Man van Smarten’ werd zwaarder getroffen dan u; Jezus was inderdaad een treurende. U ziet alleen maar de onderste rafels van de kleding van de smart. U hebt nooit zulke beproevingen gehad als Hij. U begrijpt niet wat moeiten betekenen; u hebt amper een teug genomen van de beker van moeiten; u hebt slechts een of twee slokjes gehad, maar Jezus dronk de droesem uit. Vrees niet, zegt God, Ik de Heere, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jacobs, mensen met bijzondere beproevingen, niet verteerd. Ten slotte, de ’zonen van Jacob’ zijn mensen met een bijzonder karakter. Hoewel er dingen zijn in Jacobs karakter die we niet kunnen prijzen, zijn er toch een of twee dingen die God prijst. In de eerste plaats Jacobs geloof, waardoor hij zijn naam heeft geschreven temidden van de machtige helden welke de beloften niet op aarde hebben verkregen, maar die in de hemel zullen verkrijgen. Bent u mensen met geloof, geliefden? Weet u wat het betekent te lopen uit geloof, te leven uit geloof, uw dagelijks eten te krijgen uit geloof, te leven op geestelijk manna – alles uit geloof? Is geloof de stelregel van uw leven? Zo ja, dan behoort u bij de ’zonen van Jacob’.
Ten tweede was Jacob een man van gebed – een man die worstelde, kreunde en bad. Ach, arme heiden, bidt u niet? Nee! zegt u, Ik heb nooit aan zoiets gedacht; ik heb al jaren niet gebeden. Wel, ik hoop dat u dat mag doen voordat u sterft. Wanneer u leeft en sterft zonder te bidden, dan zult u lang genoeg kunnen bidden wanneer u naar de hel gaat. Er was eens een vrouw die het zo druk had om haar kinderen naar de zondagsschool te sturen, dat ze geen tijd had om te bidden. Geen tijd om te bidden? Hebt u wel tijd gehad om u aan te kleden? Er is een tijd voor ieder ding onder de hemel en als u van plan was om te gaan bidden, dan zou u gebeden hebben. Gods zonen kunnen niet leven zonder te bidden. Zij zijn worstelende Jacobs. Het zijn mensen waarin de Heilige Geest zo werkt dat ze net zo goed niet kunnen leven zonder te bidden als ik niet kan leven zonder adem te halen. Ze moeten bidden. Denk erom, wanneer u leeft zonder te bidden, dan leeft u zonder Christus; en als u zo sterft, dan is de poel die brandt van vuur uw deel. God verlost u, God redt u van zo’n toekomst! Maar u, die ’zonen van Jacob’ bent, troost u, want God is onveranderlijk.