Wanneer de hemel lacht en een regen van zegen naar beneden laat dalen is dat een kostbaar iets. Maar zonder de hemelse regen zouden wij evenzeer water uit de dorre woestenij kunnen verwachten, als een echte zegen in het gebruik ervan. “Al mijn bronnen zijn in U”, is de dagelijkse belijdenis van de gelovige aan zijn Heere – een belijdenis die tot aan de dood altijd op zijn lippen moet liggen. Als de liefde uit de hemel komt, dan moet zij ons voeden met hemels brood. Zij kan niet bestaan in de woestijn, tenzij zij gevoed wordt met manna uit de hemel. Liefde moet zich voeden met liefde. De ziel en het leven van onze liefde tot God is Zijn liefde tot ons.