“Wat reist gij veel uit, veranderende uw weg?” Jeremia 2:36
Wat maken we toch snel afgoden! Afgoden maken was niet alleen de handel van Efeze, maar deze handel is wereldwijd. In het maken van tempels voor onszelf zijn wij allen op de een of andere manier zeer bedreven. We hebben ons beeltenissen van naijver gemaakt, en het zijn troosteloze gruwelen geworden. We kunnen zelfs iets goeds tot een afgod maken. Ons werk voor de Meester kan zo zelfs Zijn plaats gaan innemen. Evenals met Martha het geval was, kunnen wij ’’zeer bezig zijn met veel dienens”, en ons drukker maken om het dienen dan om Hem Die gediend moet worden. Het probleem is dat het ons meer te doen is om onszelf in ons dienen, dan om Hem, en hoe Hij door onze dienst de eer zal ontvangen. Het is voor ons bezige ik veel gemakkelijker om ”uit te reizen”, dan om aan de voeten van de Meester te zitten. Nu, christen, als u zo druk bent geweest met allerlei zaken van tweederangs belang; als uw geest zich teveel heeft ingelaten met allerlei wereldse zaken, of met enige aardse liefde, dan zegt de Meester tot u: ’’Mijn bruid. Mijn geliefde, wat reist gij veel uit?”