Wij mogen er blij om zijn, wanneer wij de Heere kunnen aanspreken met het vertrouwen, dat David toonde. Het geeft ons grote kracht in ons gebed en het troost ons in de beproeving. “Op U wacht ik de ganse dag. ” Geduld is de schone dienstmaagd en dochter van het geloof: wij wachten vrolijk, wanneer wij er zeker van zijn, dat wij niet tevergeefs zullen wachten. Het is onze plicht en ons voorrecht, op de Heere te wachten in ons dienen, in onze aanbidding, in afwachting en in vertrouwen, al de dagen van ons leven. Ons geloof zal een beproefd geloof zijn en als het van de ware soort is, zal het een voortdurende beproeving verdragen zonder eraan toe te geven. Wij zullen niet moe worden van het wachten op God, als wij bedenken, hoe lang en hoe genadig Hij op ons gewacht heeft.