Doch gij hebt enige weinige namen ook te Sardis, die hun klederen niet bevlekt hebben.” Hier hebben wij een bijzondere bewaring. Let er ernstig op. ”Gij hebt enige weinige namen.” Slechts weinige. Niet zo weinig als sommigen menen, niet zo veel als anderen vermoeden. Weinige, vergeleken bij de schare van de belijders, weinige, vergeleken zelfs bij de ware kinderen Gods, want velen van hen hebben ook hun klederen bevlekt. Er waren slechts weinigen en deze weinigen waren zelfs in Sardis. Daar is geen kerk op aarde, die zo bedorven is, of zij heeft enige ’’weinige”. Vat moed, christen, er zijn enige weinige in Sardis. Wees niet helemaal verslagen. Enige helden zijn niet op de vlucht geslagen in de oorlog, enige machtigen strijden nog voor de waarheid, maar zie toe, want misschien behoort u niet tot de ’’weinige”. Daar er slechts weinigen zijn, behoort er ernstig onderzoek van het hart te zijn. Letten wij op onze klederen en zien wij of zij vies zijn. En omdat er slechts weinigen zijn, wees werkzaam. Hoe kleiner het aantal arbeiders is om het werk te doen, hoe meer reden er bestaat voor bedrijvigheid in het werk. ’’Houdt aan, tijdig, ontijdig.” – O, als wij honderden achter ons hadden, konden wij zeggen: laat hen het werk verrichten, maar omdat wij met slechts ’’weinigen” staan moet ieder van deze ’’weinigen” zich beijveren. Wek u zelf dan op tot de grootste bedrijvigheid, want voorwaar, er zijn slechts weinigen in Sardis, die hun klederen niet hebben bezoedeld. Bovenal: Wees biddende. Zend tot God ernstige verzuchtingen, dat Hij het getal van de getrouwen vermeerdere, dat Hij het getal vermenigvuldige van Zijn uitverkorenen, die vast staan en dat Hij Zijn dorsvloer zuivere. Roep tot God, dat de dag spoedig komt, dat het zeer fijne goud niet langer verduisterd is, dat de Heerlijkheid tot Zion teruggekeerd is. Smeek de Heere om de nevel te verwijderen, om de tastbare duisternis weg te vagen. Bid vooral meer, omdat er slechts weinigen in Sardis zijn, die hun klederen niet hebben bezoedeld.