Van Engeland Naar Italië
13 juni
Een Gemene Man
11 juni
Pinksteren
8 juni
Gebed en Eenvoud
6 juni
De Zeer Gewenste Man
5 juni
Jezus antwoordde hun: Gelooft gij nu? Zie, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij zult verstrooid worden een iegelijk naar het zijne, en gij Mij alléén zult laten. En toch ben ik niet alléén, want de Vader is met Mij. Johannes 16:31,32 Soms heeft het kind van God een eenzaamheid te verduren, die voortkomt uit het ontbreken van godvruchtig gezelschap. Het kan voorkomen, dat hij in zijn eerste dagen als christen omgang had met begenadigde mensen, vele van hun samenkomsten kon bijwonen, en onder vier ogen met de voortreffelijken van de aarde sprak, maar nu is hij geworden als een eenzame mus op het dak. Anderen in het gezin denken niet als hij, hij geniet niet van een vertrouwelijk gesprek over zijn Heere, en hij heeft niemand om hem te raden of te troosten. Dikwijls verlangt hij ernaar, een vriend te kunnen vinden, voor wie hij zijn hart kan blootleggen. Hij zou blij zijn, als hij eens een dominee kon bezoeken, of een gevorderd gelovige, maar hij is, als Jozef in Egypte, een vreemdeling in een vreemd land. Dit is een zware bezoeking voor een christen, een beproeving van zeer ernstige aard, waarvoor zelfs de sterken wellicht vrezen, en ...
Soms verdraagt het kind van God eenzaamheid als gevolg van de afwezigheid van een christelijke samenleving. Het kan zijn dat hij zich in de vroege dagen veel onder genadige personen mengde, in staat was om veel van hun samenkomsten bij te wonen en van mens tot mens te spreken, maar nu is zijn lot geworden als een mus die zich alleen op het dak bevindt. Geen anderen in de familie denken zoals hij, hij geniet geen vertrouwde gesprekken meer over zijn Heere en heeft niemand die hem raad geeft of troost. Hij wenst vaak dat hij vrienden kon vinden aan wie hij zijn ziel kon openen. Hij zou zich verheugen als hij een christelijke predikant of een gevorderde gelovige zou zien, maar, zoals Jozef in Egypte, is hij een vreemdeling in een vreemd land. Dit is een zeer grote beproeving voor de christen, een beproeving van het meest ernstige karakter, zelfs de sterke kan het vrezen en de zwakken worden er erg door geschokt. Aan zulke eenzame worden de woorden van onze Heere verkondigd, "en nochtans ben Ik niet alleen, want de Vader is met Mij (Johannes 16:32)." Als u treurt over uw eenzaamheid, bestrijd het dan door hemels gezelschap ...
Jezus antwoordde hun: Gelooft gij nu? Zie, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij zult verstrooid worden, een iegelijk naar het zijne, en gij Mij alléén zult laten. En toch ben ik niet alléén, want de Vader is met Mij. Johannes 16:31 en 32 De eenzaamheid van de Zaligmaker. Let op de werkelijkheid ervan. Hij werd alléén gelaten, alléén, juist toen Hij als mens het meest behoefte had aan een menselijk medelijden. Gedurende zijn aardse leven was de eenzaamheid voor hem dikwijls een bron van kracht. Hij was krachtig in zijn openbare ambtsbediening wegens de uren die Hij in verborgen worsteling met God op de eenzame berghelling had doorgebracht. Maar toen het uur van zijn zware strijd kwam, smachtte zijn volmaakt menselijke natuur naar menselijk medelijden, en toch werd Hem dat onthouden. Hij was alléén in de hof van Gethsemané. Hoewel Hij de elf met Zich meenam, moest Hij toch acht van hen buiten de ingang van de hof achterlaten. En de drie uitverkorenen, de élite van hen allen, ook al werden zij wat dichter bij het schouwspel van Zijn lijden gebracht, zelfs zij moesten toch nog op een steenworp afstand blijven. Niemand kon ingaan binnen de kern van ...
Het was een wijze opdracht die de profeet aan de arme vrouw gaf toen de Heere op het punt stond haar olie te vermenigvuldigen. Hij zei: "Ga, eis voor u vaten van buiten," "giet in al die vaten, en zet weg dat vol is," maar wat zei hij nog meer? "Sluit de deur." Als de deur open was geweest, hadden een paar van haar roddelende buren naar binnen gekeken en gezegd: "Wat bent u aan het doen? Hoopt u echt dat u al die vaten uit die kleine kruik kunt vullen, waarom doet u dat, mens, u lijkt wel gek!" Ik ben bang dat ze die geloofsdaad niet had kunnen uitvoeren als de tegenstanders niet waren buitengesloten. Het is een grootse zaak dat de ziel de deur tegen afleiding kan vergrendelen en de indringers buiten houdt; want dan is het dat gebed en geloof hun wonder zullen verrichten en onze ziel zal vervuld worden met de zegen van de Heere. Moge genade ons helpen als wij ons niet kunnen afzonderen voor gebed zodat wij niet door omstandigheden afgeleid worden wanneer wij zuchtend bidden.
Op de vlakke velden is er veel gezelschap, maar hoe hoger u stijgt, hoe eenzamer het bergpad wordt. Op dit moment moet er een vreselijke eenzaamheid zijn op de top van de Mont Blanc, waar de sterren stil naar die machtige berg kijken. Hoe groot is de stilte boven de onbetreden sneeuw! Hoe eenzaam is de top van de Matterhorn, of de top van Monte Rosa! Wanneer een mens in genade groeit, staat hij op uit de gemeenschap van velen en komt dichter tot zijn God. Tenzij hij in zeer gelukkige omstandigheden wordt geplaatst, zal hij er maar heel weinig vinden die het hogere leven begrijpen om zo met hem over deze heilige dingen te spreken. Maar deze mens zal zo nederig zijn als dat hij verheven is en hij zal noodzakelijkerwijs terugvallen op de eeuwige gemeenschap van God. Zoals de berg de hemel doorboort en zijn massieve piek als de voetbank van de troon van God biedt, zo gaat de gelovige, ongezien door sterfelijke ogen, naar de geheime plaats van de tabernakel van de Allerhoogste, waar hij verblijft onder de schaduw van de Almachtige.
Tot u zal niet meer gezegd worden: De verlatene. Jesaja 62:4 Verlatene’ is een troosteloos woord. Het klinkt als een doodsklok. Daarin weerklinken de diepste zorgen en de profetie van de vreselijkste ziektes. Een afgrond van ellende gaapt je aan in dat woord ‘verlaten’. Verlaten door iemand die had beloofd je te eren als je hem vertrouwde! Verlaten door een vriend die je al zo lang had en al zo lang vertrouwde! Verlaten door een dierbaar familielid! Verlaten door vader en moeder! Verlaten door allen! Dit is echt vreselijk. Toch kun je het geduldig dragen als de Heere je aanneemt. Maar hoe voelt het om door God verlaten te zijn? Denk aan de bitterste uitroep: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?' Heb je ooit in enige mate de alsem en de gal geproefd van ‘verlaten zijn' in die betekenis? Als dat zo is, smeek dan de Heere om je te bewaren voor een herhaling van zo’n onuitsprekelijk verdriet. Ik wens dat zo’n duisternis nooit zal terugkeren! Mensen zeiden tegen een gelovige: ‘God heeft hem verlaten; jaagt na en grijpt hem'. Maar het was altijd een leugen. De liefhebbende gunst van de Heere zal je wrede vijanden dwingen ...
Jezus antwoordde hun: Gelooft gij nu? Zie, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij zult verstrooid worden een iegelijk naar het zijne, en gij Mij alléén zult laten. En toch ben ik niet alléén, want de Vader is met Mij. Johannes 16:31,32 Gelooft gij nu?” Het schijnt dus, dat het geloof hen bij Christus hield, maar zodra de vrees de overhand kreeg, werden zij verstrooid en lieten zij hun Meester alléén. Het geloof heeft een aantrekkende en ondersteunende kracht. Het is de wortel van standvastigheid, en de oorzaak van volharding door de kracht van de Geest van God. Zolang wij geloven, blijven wij trouw aan onze Heere, wanneer wij ongelovig zijn, dan worden wij verstrooid ”elk naar het zijne.” Zolang wij vertrouwen, volgen wij op de voet, wanneer wij toegeven aan de vrees, dan laten wij ondankbaar onze Heere in de steek. Moge de Heilige Geest ons geloof in zijn volle kracht staande houden, opdat het al onze andere genadegaven kan voeden. Als het geloof sterk is, dan zal geen enkel zielsvermogen verslappen. Maar als het geloof in verval geraakt, dan vergaat spoedig de kracht van onze geestelijke natuur. Als ge niet gelooft, dan zult ge geen stand houden, ...
© Het Spurgeon Archief