Christen, raak de zonde nooit aan, tenzij met een ijzeren handschoen aan uw hand; ga haar nooit tegemoet met de handschoen van de vriendschap; spreek nooit met zachtheid tot haar, maar haat haar altijd in iedere vorm. Komt zij tot u als een kleine vos, neem u in acht voor uw jonge duiven. Vertoont zij zich als een briesende leeuw, zoekende wie zij verslinden zal, of in aangename vormen met een vriendelijk gelaat, om u door een voorgewende liefde tot zich te lokken neem u in acht, want haar omhelzing is de dood en haar hand is verdelging. U moet strijden tegen elke zonde – met woorden en daden of met het hart. Hoe voordelig zij ook is, hoezeer zij de schijn van zedelijkheid aanneemt, hoe zij door de groten wordt vereerd en bij de menigte in de gunst staat, overal, in al haar vermommingen, op iedere tijd, op elke plaats moet u de zonde haten. Niet een enkele zonde mag gespaard worden, maar aan alle zonden moet volkomen en geheel de oorlog verklaard worden.