23 Zo zal ik Uw Naam mijn broederen vertellen; in het midden der gemeente zal ik U prijzen. 24 Gij, die den HEERE vreest! prijst Hem; al gij zaad van Jakob! vereert Hem; en ontziet u voor Hem, al gij zaad van Israël! 25 Want Hij heeft niet veracht, noch verfoeid de verdrukking des verdrukten, noch Zijn aangezicht voor hem verborgen; maar Hij heeft gehoord, als die tot Hem riep. 26 Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen. 27 De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden; zij zullen den HEERE prijzen, die Hem zoeken; ulieder hart zal in eeuwigheid leven. 28 Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden. 29 Want het koninkrijk is des HEEREN, en Hij heerst onder de heidenen. 30 Alle vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in het stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken; en die zijn ziel bij het leven niet kan houden. 31 Het zaad zal Hem dienen; het zal den HEERE aangeschreven worden tot in geslachten. 32 Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid verkondigen den volke, dat geboren wordt, omdat Hij het gedaan heeft.
De overgang is heel duidelijk: van een vreselijk noodweer naar een algehele rust. De duisternis van Golgotha trok ten slotte weg van het gelaat van de natuur en van het hart van de Verlosser; bij het zien van het licht van Zijn overwinning en haar toekomstige resultaten, straalde de Heiland. We zijn Hem door het duister gevolgd, laten we nu in het terugkerende licht bij Hem zijn.
De vreugden van Jezus gelden altijd Zijn kerk, vandaar dat Zijn gedachten, na veel verwarring, op het eerste moment van verlichting terugkeren in hun gewone bedding; Hij smeedt nieuwe plannen voor het welzijn van Zijn geliefden. Hij schaamt Zich er niet voor hen broeders te noemen. Tot Zijn eerste woorden na de opstanding behoren: ‘Ga heen tot Mijn broeders’. Jezus voorziet blijdschap in het contact met Zijn volk; Hij beoogt hun leraar en dienaar te zijn, en concentreert Zijn gedachten op het onderwerp van Zijn toespraak. Onze Heere besluit niet zomaar in een kleine, huiselijke kring de liefde van Zijn Vader te proclameren, maar in de grote vergaderingen van de heiligen, en in de algemene vergadering en Gemeente der eerstgeborenen. Dit doet de Heere Jezus altijd door Zijn vertegenwoordigers, die de herauten van het heil zijn, en die zich inspannen om God te eren. In de grote algemene kerk is Jezus de enige gezaghebbende leraar, en alle overigen zijn, voor zover zij het waard zijn leraren te heten, slechts echo’s van Zijn stem.
Jezus onthult Zijn doel door de goddelijke naam bekend te maken: God zij geloofd. De kerk verheerlijkt Jehova voortdurend omdat Hij Zichzelf manifesteert in de persoon van Jezus, en Jezus Zelf geeft de toon aan, en is zowel voorzanger als prediker in Zijn kerk. Heerlijk zijn de tijden waarop Jezus innig spreekt met ons hart over de goddelijke waarheid; vreugdevolle lof is het wisse resultaat.
De lezer moet zich de Heiland voorstellen terwijl Hij de gemeente der heiligen toespreekt. Hij spoort de gelovigen aan samen met Hem dank te brengen. Lofprijzing is het kenmerk van het Evangelie. Jood en heiden, gered door soevereine genade, moeten vol ijver het gezegende werk verrichten van de verheerlijking van de God van ons heil. Alle heiligen moeten gezamenlijk het lied aanheffen; geen tong mag zwijgen, geen hart koud blijven. Christus roept ons op God te verheerlijken, kunnen wij dan weigeren? Vanuit de kleine kring van de tegenwoordige kerk moet de zegening zich met groeiende kracht verbreiden, totdat de verste delen van de aarde zich schamen voor hun afgoden, de ware God kennen, berouw hebben over hun zonden, en eensgezind ijveren voor verzoening met Jehova. Dan zal de valse godsdienst ophouden.
Soevereine genade zal degenen die met bloed gekocht zijn, vanuit de mensen naar voren doen komen. Niets zal het goddelijk doel verijdelen. De uitverkorenen zullen leven vinden, geloof, vergeving, de hemel. Hierin vindt de stervende Verlosser een gewijde voldoening. Het luisterrijke werk van de verlossing is gedaan, er is vrede op aarde, en eer in de hoogste hemelen. ‘Het is volbracht’; dit waren de laatste woorden van de Heere Jezus, en het zijn de laatste woorden van deze psalm. Mogen wij door een levend geloof in staat worden gesteld te zien hoe onze verlossing door de dood van Jezus wordt volbracht!
Overweging:
Ware bekering tot Christus zal gepaard gaan met de aanbidding van Hem.