Wat ook de gezegende gevolgen zijn van Jezus’ volmaakte gehoorzaamheid, van Zijn lijden, Zijn opstanding, hemelvaart of voorspraak bij de Vader, zij zijn alle van ons door Zijn eigen gave. Hij draagt onze namen op Zijn borst, Hij gedenkt onzer voor de troon van de Vader en pleit voor ons. De voordelen van Zijn hoge betrekking, Zijn heerschappij over koninkrijken en machten en Zijn volmaakte majesteit in de hemel, gebruikt Hij ten gunste van hen, die op Hem vertrouwen. Zijn hoge rang is ons even zeer van nut als de staat van Zijn vernedering. Hij, Die zichzelf voor ons overgaf in de diepten van lijden en dood, neemt die gift niet terug, nu Hij troont in de hoogste hemelen. Christus heeft geen enkele waardigheid, welke Hij niet wil gebruiken om ons te verheffen, en geen voorrecht, dat Hij niet in ons voordeel wil gebruiken. Christus is overal en in elk opzicht ons deel, dat wij altijd en in rijke mate mogen genieten.