Vrede laat Ik u.” Hier bedoelt onze Heiland vrede met God en met ons eigen geweten. Vrede met God, want”Hij heeft ons met Zichzelf verzoend door Jezus Christus” en nu is er ’’vrede op aarde” in mensen een welbehagen.” Christus heeft onze zonden vernietigd, hierdoor is er een grote, wezenlijke vrede tussen God en de ziel tot stand gebracht. Deze zou evenwel kunnen bestaan, zonder dat het ons goed duidelijk was en wij er ons in verblijdden. Daarom heeft Christus die andere getuige gegeven, nl. vrede in het geweten. Vrede met God is het verbond zelf; vrede in het geweten de afkondiging er van. Vrede met God is de bron, vrede in het geweten de kristalheldere stroom, die daamit voortvloeit. Door het hof van de goddelijke gerechtigheid in de hemel wordt een vrede gesticht, en dan wordt er, als een noodzakelijk gevolg, zodra dat bericht ontvangen is, een vrede gesloten door het ondergeschikte hof van de menselijke gerechtigheid, waar het geweten op de troon zit om ons te oordelen naar onze werken. Wat Christus ons vermaakt heeft, is dus een tweeledige erfenis, een vrede van de vriendschap, van de aanneming, van de liefde en een vrede van liefelijk genot en stille rust voor verstand en geweten. Is er boven in de lucht geen wind, beneden zal geen storm zijn; is de hemel glad, dan is de aarde rustig. Het geweten weerkaatst Gods barmhartigheid. ’’Daarom gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben wij vrede met God, door onze Heere Jezus Christus.”