En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op zijn hoofd, en een rietstok in zijn rechterhand; en vallende op hun knieën voor hem, bespotten zij hem, zeggende: Wees gegroet, gij Koning van de Joden. Matt. 27:29
Welk een schandelijk toneel! Welk element van smaad en verachting ontbreekt hier?
Romeinse soldaten, die een gewaande mededinger van Caesar bespotten, zullen aan hun spot en smaad niets laten ontbreken.
Jezus zelf is een slachtoffer, dat hun in zijn zachtmoedige zwakheid zo nieuw is, dat hun minachting geen grenzen kent.
Het schouwspel is even wreed als smadelijk. Doornen en ruwe slagen zetten nadruk bij aan hun bespotting.
De soldaten van de Romeinse legioenen waren de verdierlijkte werktuigen van een geslacht, dat van geen tederheid of menselijk gevoel iets wist of wilde weten. Zij smaakten genot in het begaan van wreedheden; daar zij zeer bijzonder vertrouwd waren met vermakelijkheden van de allerwreedste soort.
Laat ons de zaal binnentreden van de Pretoriaansche garde, en met onze Heere waken in het uur van zijn bespotting.
I. Leer hier een les voor uw eigen hart.
Zie in de Heere van de heerlijkheid, die aldus het middelpunt werd van wrede spot.
1. Wat de zonde heeft verdiend. Zij werd geheel en al op Hem gelegd.
Bespotting wegens haar dwaasheid. Zij moest veracht worden wegens haar waanzinnige opstand tegen de almachtige wil van de koning. Verachting wegens haar aanmatiging. Hoe durfde zij voor te stellen om zich meester te maken van de heerschappij over harten en levens, die God toebehoorden? Schande wegens haar vermetelheid. Zij durfde de Eeuwige ten strijde dagen. O ellendige, snoevende zonde!
2. Zie hoe diep uw Heiland zich om uwentwil heeft neergebogen.
Hij wordt tot Plaatsbekleder gesteld van de dwaze, zondige mens en als zodanig ook behandeld. Hij wordt gesmaad door soldaten van de geringste graad. Hij wordt de speelbal van de mensen.
3. Zie, hoe uw Heiland u heeft liefgehad.
Hij verdraagt de diepste smaad, verdraagt hem in stilte, verdraagt hem tot het einde toe; en dat alles uit liefde voor zijn volk..
4. Zie achter die spot de grote feiten.
Hij is voorzeker en zonder enige twijfel Koning. “Wees gegroet, o Koning!” zeiden zij, en Hij is inderdaad de Koning, die door allen begroet zal worden. Hij is verheerlijkt door de smart van de aarde te overwinnen: Hij is met doornen gekroond! Welk een heerlijke diadeem! Geen andere kroon was ooit het symbool van zo’n overwinning. Hij regeert door zwakheid: een rietstok is zijn scepter. Hoe heerlijk om tot heersen in staat te zijn, niet door kracht van wapenen, maar door geduld en zachtmoedigheid. Hij doet de mens neerknielen: er wordt Hem een echte, wezenlijke hulde gebracht; Hij regeert, of de mensen dit willen of niet. Hij is de wezenlijke Koning van de Joden. In Hem blijft Davids dynastie eeuwig voortbestaan, en heeft Israël de hoop van de heerlijkheid. Draag zorg, dat gij Hem, naar evenredigheid van zijn bespotting en schande, eert en liefhebt. Bernard placht te zeggen: “Hoe meer Christus zich om onzentwil heeft vernederd, hoe dierbaarder Hij ons behoort te wezen. Kunt gij zo’n grote hoogte ooit bereiken?
II. Leer hier een les voor uw geweten.
1. Jezus kan ook thans nog worden bespot.
Door het smalen op zijn volk, “Saul, Saul, wat vervolgt gij mij?” De mensen bespotten de Meester in de dienstknecht. Door zijn leer te verachten. Dit wordt gedaan door velen, die zijn karakter bewonderen. Dit is de eigenaardige zonde van deze eeuw. Door voornemens, die niet ten uitvoer worden gebracht. De zondaren doen wel geloften, maar betalen ze niet; zij erkennen zich schuldig aan gebreken, maar houden er aan vast. Dat is de Heere beledigen. Door een geloof, waaraan nooit wordt gehoorzaamd. Het is iets zeer gewoons om een geloof voor te wenden, dat nooit invloed uitoefent op het leven, grote waarheden te bespotten door in tegenspraak met deze te handelen. Door een belijdenis, die nooit wordt gerechtvaardigd. Zou niet menig lid van de gemeente schuldig wezen aan het openlijk te schande maken van de Heere op deze wijze?
2. Indien gij schuldig bent aan het bespotten van de Heere, wat zult gij dan doen?
Wanhoop niet, maar belijd en betreur uw zonde. Geef niet alles op als verloren. Geloof en leef. Verval niet wederom in dit treurig kwaad. Bekeer u, en laat die misdaad na. Blijf niet verzonken in een somber stilzwijgen. Eer Hem, die gij eens hebt veracht.
3. Wat behoort gij in ieder geval te doen?
Hem kronen met liefde. Hem de scepter geven van uw gehoorzaamheid. Uw knieën voor Hem buigen in aanbidding. Hem door uw persoonlijk getuigenis uitroepen als Koning. Zondaren, ontvliedt de zonde, die uw Zaligmaker zoveel smart hebben aangedaan! Heiligen, tart om zijnentwil, al de smaad van de wereld!
Klaagtonen en eerbewijzen.
Tot welke diepte, o tot welke diepte, buigt Gij u neder, o eeuwige Zoon van uw eeuwige Vader? Hoe diep vernedert Gij U om mijnentwil? Ik heb gezondigd, en Gij zijt gestraft; ik heb mij zelf verhoogd, en Gij zijt ter neergeslagen. Ik heb mij bekleed met schande, en Gij zijt naakt uitgetogen. Ik heb mij zelf ontbloot, en Gij wordt met het kleed van de schande bekleed. Mijn hoofd heeft het kwade bedacht, en het uwe wordt door de doornen gewond. Ik heb u geslagen, en Gij wordt voor mij en in mijn plaats geslagen. Ik heb u onteerd, en Gij wordt om mijnentwille veracht. Gij zijt tot speelbal gemaakt van de mensen, en ik heb verdiend om door duivelen te worden beledigd!
BISSCHOP HALL.
Christus’ hoofd heeft alle doornen geheiligd, zijn rug alle striemen, zijn handen alle nagelen, zijn zijde alle speren; zijn hart alle smarten, die ooit door zijn kinderen kunnen ervaren worden.
SAMUEL CLARK.
Hier zien wij onze Koning, de beste hulde ontvangende, die de wereld Hem kon bieden. Zijn kleed was de een of andere versleten purperen mantel. Zie zijn kroon, gevlochten van doornen! Zijn kroning geschiedt door losbandige soldaten. Zijn scepter is een rietstek; zijn hulde wordt Hem gebracht door de kniebuiging van de spot; zijn uitroeping tot Koning door de mond van de bespotting. Hoe kunnen wij dan eer verwachten voor ons zelf?
Laat ons toch nooit de zwakken verachten, of smalen op broeders, die zonderling schijnen, noch enige mens uit een vrouw geboren, verdrukken. Wij zouden anders gevaar lopen van de daad van deze Pretorianen na te volgen, en hierdoor heiligen beledigen, die meer gelijkvormig zijn aan Jezus dan wij. Bespot te worden kan ons gemeenschap geven met de Here Jezus; maar anderen te bespotten, zou ons in gemeenschap brengen met zijn vervolgers. C. H. S.
Gedurende de laatste ogenblikken van het leven van een Godvruchtige dame, had de spraak haar begeven; toch slaagde zij er nog in om het woord “Breng” uit te spreken. Niet wetende wat zij bedoelde, boden hare huisgenoten haar voedsel aan, maar zij schudde het hoofd, en herhaalde nogmaals het woord “Breng.” Toen boden zij haar druiven aan, welke zij ook weigerde, en voor de derde maal uitte zij het woord “Breng.” Menende, dat zij naar sommige afwezige vrienden of betrekkingen verlangde, brachten zij deze aan hare legerstede; maar wederom schudde zij het hoofd, en alle krachten inspannende, slaagde zij er eindelijk in om de volzin te voltooien “Breng hier de koningskroon En kroon Hem, Heer van allen;” en toen stierf zij om met Jezus te zijn.
NEWMAN HALL.