… dat het alzo zijn zal, gelijkerwijs het mij gezegd is. Handelingen 27:25
Tegenwoordig zijn de mensen zo verschrikkelijk bescheiden, dat ze bang zijn God te eren. God beware ons voor die lafheid! In de straten bruist het van het ongeloof; moet het geloof er dan het zwijgen toe doen? Als u gelooft is het op dit moment heel hard nodig dat u voor uw geloof uitkomt, want het ongeloof grijpt snel om zich heen. Kijk maar naar de gerenommeerde tijdschriften, kijk maar naar de literatuur die in trek is – het ongeloof van de kwalijkste soort druipt eraf. Schande, als het ooit zo ver zou komen dat mensen die zich christen noemen er hun pen voor zouden lenen niet-christelijke principes voor te stellen en te verbreiden, en zelfs de kansel zouden bestijgen om op slinkse manier wantrouwen te zaaien als het gaat over dié waarheden waarvan men de verkondiging aan hen had opgedragen! Het lijkt wel alsof de oprechtheid van de aarde is weggevlucht en de mensen hun geweten zijn kwijtgeraakt. Laten wij die in God geloven nu duidelijke taal spreken, ook al zullen ze ons bekrompen noemen, mensen zonder cultuur, niet in staat er een brede visie op na te houden, en meer van dat moois. Wat doet het ertoe wat ze zeggen? Alles wat ze zeggen of insinueren zou ons ertoe moeten brengen met nog meer kracht te zeggen: Ik geloof in God. Nu is het de tijd, meer dan ooit in de geschiedenis van de wereld, dat de gelovigen vol vertrouwen moeten spreken. Vrees niet! Wat mij betreft: ik had liever dat ze me belachelijk maakten als een onverdraagzaam mens, dan me prezen om mijn ‘moderne en ruime opvattingen. Ik zou liever veracht willen worden met de rechtzinnigen dan heersen met ‘de intellectuelen’.