Ik heb lief, die Mij liefhebben; en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. Spreuken 8:17
De Almachtige kan wel duizend werelden bouwen en ze met overvloed vervullen. De Almachtige kan bergen tot stof doen vergaan en de zeeën doen uitdrogen en de hemelen oprollen als een doek; maar Hij kan niet liefdeloos voor een gelovige zijn. O, wees ervan verzekerd, christen, het is onmogelijk dat God Zijn eigen volk liefdeloos zou behandelen. Hij is u evenzeer genegen als Hij u in de gevangenis werpt, als wanneer Hij u in een paleis laat wonen; Hij is even goed voor u als Hij hongersnood in uw huis zendt, als wanneer Hij uw schuren met overvloed vervult. De vraag is alleen: bent u Zijn kind? Als dat zo is dan kastijdt Hij u met genegenheid en in Zijn kastijding is liefde. Weet u niet dat God een eeuwig, in Zichzelf bestaand Wezen is? Als we zeggen dat Hij u nu liefheeft, zeggen we in feite dat Hij u altijd heeft liefgehad, want bij God is geen sprake van verleden en toekomst. Wat wij heden, verleden en toekomst noemen, is voor Hem een eeuwig nu. En als u zegt dat Hij u nu liefheeft, dan zegt u dat Hij u gisteren liefhad; Hij had u lief van eeuwigheid en Hij zal u in eeuwigheid liefhebben, want bij God is nu heden, verleden en toekomst. Christus’ liefde is de zon en onze liefde is het maanlicht, dat wij uitstralen omdat de zon ons beschijnt.