Mijn Koning heeft in Zijn oorlogen soldaten verloren en het regiment moet aangevuld worden. Wie zal komen? Ik zal u niet proberen te verleiden met leugens over het gemak van de dienst, want het is een moeilijke dienst. Toch verzeker ik u dat wij een gezegende Leider hebben, een glorieuze strijd en een grote beloning. Wie zal komen? Wie komt er om de gaten in de rijen op te vullen? Wie zal de doden vervangen en op hun plaats van christelijke dienst gaan staan en de fakkel opnemen die zij hebben laten vallen? Ik stel deze vraag aan u en ik hoop dat uw hart zal zeggen: “Zou God de Heere mij willen hebben? O dat Hij mijn zonden zou wegvagen en mij zou ontvangen!” Hij heeft behagen in berouwvolle harten, Hij redt degenen die verslagen zijn van geest. Wie wil mag komen en de manier om in dienst te treden is makkelijk. “Oh”, zegt u, “wat moet ik geven om een soldaat van Christus te zijn?” Wel, als u uw land wilt dienen als soldaat, hoeft u niets te geven, u zult soldij ontvangen. U krijgt dus iets als u een soldaat voor uw vaderland bent. En om een soldaat van Christus te zijn moet u Christus ontvangen. U moet uw lege hand uitsteken en Zijn bloed en rechtvaardigheid aannemen, dat zal uw hoop en redding zijn.