… opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen. Openbaring 14:13
Wat is de beloning van de zalige doden? Zij rusten van hun arbeid, en hun werken volgen hen na. Hun werken gaan niet voor hen uit. De zalige doden hebben een Voorloper, Die oneindig veel hoger is dan hun werken, want Jezus en Zijn volbrachte werk zijn voorop gegaan. ‘Ik ga heen,’ zegt Hij, ‘om u plaats te bereiden.’ Eigenlijk zegt Hij tot ons: Niet uw werken, maar de Mijne; niet uw tranen, maar Mijn bloed; niet uw pogen, maar Mijn volbrachte werk zal aan de spits staan. Waar komen onze werken dan? Marcheren ze rechts of links van ons als dingen waarover we met vreugde onze gedachten laten gaan? Nee, nee, we mogen ze niet als metgezellen meenemen om ons te troosten. Ze volgen ons op de voet. Ze blijven achter ons, buiten het gezicht – en wij in ons verlangen naar heiligheid laten ze altijd achter ons. De christen moet altijd maar zijn beste diensten achter zich houden. Hij moet er altijd buiten blijven, ze nooit vóór zich zetten zodat hij ze kan zien als dingen waarmee hij zich gelukkig prijst. De dominee moet altijd zijn best doen zo goed mogelijk te preken, maar hij moet zijn preken nooit vóór zich houden, zodat hij zelfvoldaan zou gaan zeggen: Dat heb ik goed gedaan. Nee, ze moeten maar achter hem aan komen; dat is de plaats die hun toekomt. Gelovigen weten waar ze goede werken moeten doen. Ze verachten die niet, ze zeggen nooit een woord ten nadele van de wet, en nooit achten ze de genadegaven van de Heilige Geest gering — maar toch durven ze hun heiligste inspanningen niet in de plaats van Christus te stellen. Jezus gaat voorop, de werken volgen.