βEn Pilatus schreef ook een opschrift, en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS DE NAZARENER, DE KONING DER JODEN.β Johannes 19:19
Ik wil vanmorgen één opmerking over dit opschrift maken. Voor zover Pilatus het opschrift niet wilde veranderen, komt het mij voor dat God aan de mensheid verklaard heeft dat Hij het nooit veranderd had willen hebben.Β Pilatus had dat opschrift kunnen laten halen en met een paar pennenstreken had hij die woorden erbij kunnen zetten die de overpriesters erbij wilden hebben: βHij heeft gezegd:Ik ben de Koning der Jodenβ. Pilatus wilde het echter niet doen. De hogepriester kon het toen niet en de duivel ook niet. En alle duivels in de hel en alle goddelozen op aarde, in al hun woede, kunnen het nu nog niet. God heeft, net als Pilatus, gezegd: βWat Ik geschreven heb, dat heb Ik geschreven.β βIk toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, de berg Mijner heiligheid.β Hij zal heersen en geen macht zal Hem ooit het Koningschap kunnen ontnemen! Zijn Kerk bidt nog steeds: βUw Koninkrijk komeβ, en dat Koninkrijk moet in al zijn volheid nog komen als gans IsraΓ«l vergaderd wordt en Hem als haar Heere en Koning aanvaardt. Ja, en meer nog, want βHij zal heersen van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde. De ingezetenen van dorre plaatsen zullen voor Zijn aangezicht knielen, en Zijn vijanden zullen het stof lekken. … Ja, alle koningen zullen zich voor Hem neerbuigen, alle heidenen zullen Hem dienen.β