Vergeten wij nooit, dat Christus aan het kruis geen waarde voor ons kan hebben zonder de Heilige Geest in ons hart. Dat bloed vloeit tevergeefs, zolang de Heilige Geest het niet gebruikt om ons geweten te reinigen; tevergeefs is dat kleed van de gerechtigheid verworven, zolang niet de Heilige Geest ons met haar rijke plooien bekleedt. De rivier van het water des levens kan onze dorst niet lessen, zolang niet de Heilige Geest de beker aan onze lippen brengt. Alle dingen uit het paradijs kunnen ons geen zegen brengen, zolang onze ziel dood is – en dood zijn wij totdat die hemelse wind komt en ons het leven inblaast. Wij aarzelen niet te zeggen, dat wij evenveel aan God de Heilige Geest zijn verplicht, als aan God de Zoon. Het zou inderdaad een grote zonde en wandaad zijn om één persoon van de Goddelijke Drieëenheid boven de andere te plaatsen. Gij, o Vader bent voor ons de bron van alle genade en liefde. Gij, o Zoon bent drager van de genade van Uw Vader, en zonder U zou de liefde van Uw Vader nooit tot ons komen. En Gij, o Geest, maakt ons geschikt om die Goddelijke kracht te ontvangen, die uit de Vader vloeit door de Zoon, en die met Uw hulp in ons hart kan wonen en heerlijke vruchten kan voortbrengen. Looft de Heilige Geest! Nooit was er een hemelse gedachte of geheiligde daad, God aangenaam door Jezus Christus, die niet in ons gewerkt werd door de Heilige Geest.