Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave… Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken. Efeze 2:8, Hebreeën 11:6.
Als iemand van u uit de werken behouden wil worden, bedenk dan dat één zonde uw gerechtigheid teniet zal doen; één stofje van deze aardse droesem zal de schoonheid bederven van de volmaakte gerechtigheid, die God van uw handen eist. Als u uit de werken behouden wilt worden, zult u zo heilig als de engelen moeten zijn, u zult zo zuiver en onberispelijk als Jezus moeten zijn; want de wet eist volmaaktheid. De kracht om te ontvangen, is nauwelijks een kracht, maar toch is het de enige kracht die nodig is om behouden te worden. Kom dan, en neem aan wat Christus u uit vrije genade wil schenken. Geloof in de Heere Jezus Christus en geloof van ganser harte. Voor het behoud van de zondaar is het komen tot Christus het enige waar het op aankomt. Hij die niet tot Christus komt, is nog in de ‘bitterheid en in de banden der ongerechtigheid’. Het komen tot Christus is het eerste gevolg van de wedergeboorte. Zodra de ziel verlevendigd wordt, ontdekt zij haar verloren staat, ziet uit naar een schuilplaats en omdat ze gelooft dat Christus de enige schuilplaats is, vlucht ze tot Hem en vindt rust bij Hem. Als er geen sprake is van dit komen tot Christus, kan er ook geen sprake zijn van verlevendiging; en waar geen sprake is van verlevendiging, is de ziel nog dood in misdaden en zonden, en omdat ze dood is, kan ze het koninkrijk der hemelen niet binnengaan.