Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
God, Die de nederigen troost… 2 Korinthe 7 vers 6
Wie vertroost zoals Hij? Ga naar een arm en bedroefd kind van God. Herinner het aan de liefelijkste beloften, en fluister het woorden van vertroosting in; toch lijkt het doof voor deze woorden, hoe je ook je best doet. Maar als God tot Zijn kind komt en Zijn licht meebrengt, zullen zijn ogen weer gaan glinsteren van hoop. Waar Jezus is, daar is de hemel; waar Hij ontbreekt, daar is de hel. Jij kunt een ander niet vrolijk maken. Dat is Gods werk. Hij is de God van de vertroosting. Er is misschien geen balsem in Gilead, maar wel in God. Er is geen geneesheer onder de mensen, maar onze Schepper is onze Geneesheer. Een vriendelijk woord van God wekt bij Zijn kinderen lofliederen op. Op Zijn beloften kunnen zij leven. Arme gelovige! Je hoeft niet wanhopig te zijn. Ga naar de Trooster en vraag Hem je te willen troosten. Je bent een opgedroogde bron. Misschien heb je wel eens gehoord dat als een pomp leeg is, er eerst water in gegoten moet worden om er weer water uit te krijgen. Zo is het ook met jouw leven. Ga als je leeg bent, naar God toe, en smeek Hem om Zijn vreugde in jouw hart uit te storten. Dan zal je blijdschap volmaakt zijn. Ga niet naar je aardse bekenden, want je zult ontdekken dat zij allemaal Jobs-vertroosters zijn. Ga eerst, en vooral naar jouw God, Die de nederigen troost. Je zult dan al snel uitroepen: ‘Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden, verkwikten uw vertroostingen mijn ziel.’