Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht. Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. EFEZIERS 6:10-1
Wij moeten de christelijke kerk niet beschouwen als een luxueuze herberg waar de christelijke heren op hun gemak mogen wonen in hun eigen herberg, maar als een kazerne waar soldaten worden samengebracht om te worden geoefend en getraind voor de oorlog. Wij moeten de christelijke kerk niet zien als een vereniging voor wederzijdse bewondering en troost, maar als een leger met banieren, dat naar de strijd marcheert om overwinningen voor Christus te behalen, de bolwerken van de vijand te bestormen en provincie na provincie toe te voegen aan het rijk van de Verlosser. We kunnen bekeerde mensen, wanneer ze in de kerk bijeenkomen, zien als tarwe in de graanschuur. God zij dank dat ze er zijn, en dat de oogst de zaaier tot nu toe beloond heeft. Maar veel meer inspirerend is het uitzicht als we die gelovigen beschouwen als een levend centrum voor de uitbreiding van het koninkrijk van Jezus. We zien ze de vruchtbare valleien van ons land bezaaien om veelbelovend zo’n dertig, sommige veertig, sommige vijftig en sommige een honderdvoudige hoeveelheid voort te brengen. De vruchtbaarheid van dat leven is buitengewoon. Binnen korte tijd zouden enkele tarwekorrels kunnen volstaan om over de hele wereld te zaaien, slechts een paar gelovigen zouden gebruikt kunnen worden voor de bekering van alle volkeren.