Het is waar: “Niets is makkelijker dan twijfelen. Een mens van middelmatige geleerdheid kan meer twijfelen dan de slimste mensen kunnen geloven.” Geloof eist kennis, want het is een genadegave voor het verstand, het rechtvaardigt zichzelf; maar voor ongelovigheid is het niet nodig om een reden te geven voor de twijfel die in haar is; een uitdagende houding en een opgeblazen toon beantwoorden haar doel. Het toppunt van het ongeloof is niets te weten. Wat is dit anders dan een verheerlijking van onwetendheid? Een mens kan ongemerkt in agnosticisme glijden, en er loom in blijven; maar geloven is levend zijn. Zij die denken dat geloof een kinderlijke zaak is, zullen een aanzienlijke vooruitgang moeten maken in dapperheid voordat zij in staat zijn hun eigen theorie te beproeven.