De krijgsknechten dan kwamen, en braken wel de benen des eersten, en des anderen, die met Hem gekruist was. Johannes 19:32
De soldaten voeren de heimelijke opdracht onmiddellijk uit en gaan dan naar de twee misdadigers. Het is een opmerkelijk feit dat de boetvaardige moordenaar, hoewel hij nog diezelfde dag met zijn Heere in het Paradijs zou verkeren, de folterende pijn van het breken van zijn benen niet bespaard bleef. We worden bewaard voor de eeuwige verlorenheid, niet voor tijdelijke pijn. De tekst: ‘Alle ding wedervaart hun, gelijk aan alle anderen; enerlei wedervaart de rechtvaardige en de goddeloze, de goede en de reine, als de onreine’ (Pred. 9:2), is maar al te waar. Ongelukken en ziekten treffen zowel de godzaligen als de goddelozen. Boetvaardig of onboetvaardig, we delen allen het lot der mensen en we worden tot moeite geboren, zoals de vonken opvliegen. U moet niet verwachten dat u, omdat u vergeving hebt ontvangen of daarvan zelfs door Christus’ eigen lippen verzekerd bent, zult kunnen ontsnappen aan verdrukking. Nee, maar uit Zijn genadige mond wordt u verzekerd dat u met moeite en verdrukking te maken zult krijgen, want Jezus zei: ‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben’ (Joh. 16:33). Het lijden wordt niet afgewend, maar het wordt in een zegen veranderd. De boetvaardige moordenaar ging nog diezelfde dag naar het Paradijs, maar niet zonder lijden. Nee, die verschrikkelijke daad die aan hem voltrokken werd, was in feite het middel waardoor de belofte werd vervuld. Door die slag stierf hij op die dag, daar hij anders misschien nog langer had moeten lijden. Hoeveel en in welke vorm sommigen van ons zullen moeten lijden, valt nauwelijks te raden. Misschien wordt de belofte om met onze Heere in het Paradijs te zijn, op die manier aan ons vervuld.