Ik kan de verlichte zondaar het beste vergelijken met een persoon die in een donkere gevangenis is opgesloten en nog nooit het licht heeft gezien, dan, plotseling, opent zijn bevrijder een raam en de gevangene wankelt, hij verbaast zich over wat hij ziet wanneer hij naar buiten kijkt en de heuvels en rivieren in verwondering aanschouwt. Voor de gelovige is het door de Hemel gegeven zicht een voortreffelijk geschenk en wat hem is geopenbaard verbaast hem zo, dat hij nauwelijks weet waar hij is. Heel vaak, wanneer Christus de ogen opent gebeurt dit in een punt des tijds, of anders gezegd, in een ogenblik. Op dat moment ziet de gelovige scherp, hoewel het in andere gevallen een meer geleidelijk licht is. Deze gelovigen zien de mensen wandelen als bomen, en dan, in verschillende mate, beetje bij beetje, wordt het licht van hun geestelijk oog scherper en scherper.