Op de een of andere manier lukt het satan bijna altijd om ons zover te krijgen dat wanneer wij een beetje hoop krijgen, het over het algemeen een verkeerde hoop is. Hij geeft ons een ijdel idee dat we beter worden in onszelf en we worden verwaand. We krijgen trots vlees dat de genezing belemmert, dit is vlees dat de chirurg uit moet snijden, want het is geen teken van genezing, het voorkomt genezing. Aan de andere kant, als we een diep gevoel van zonde krijgen, lukt het de boze vaak om er zijn poot in te zetten en ons wijs te maken dat Jezus niet in staat is om ons te redden zoals we zijn. Het is een grote leugen, want wie zou durven zeggen dat de kracht van Christus een einde heeft? Maar, als deze twee dingen samen kunnen komen, namelijk, een grondig gevoel van zonde en een onwrikbaar geloof in de kracht van Christus om met de zonde te worstelen en deze te overwinnen, dan zou het koninkrijk van de hemel ons zeker in kracht en waarheid nabij zijn gekomen en er zou opnieuw gezegd worden: “Ik heb zo groot een geloof zelfs in Israël niet gevonden (Lukas 7:9).