Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede. Romeinen 8 vers 28
Elke gelovige heeft op sommige punten volledige zekerheid. Hij weet bijvoorbeeld dat God op de achtersteven van zijn levensschip zit, als het schip op het hardst slingert. Hij gelooft dat een onzichtbare hand het roer van de wereld vast houdt, en dat Jehova het bestuurt. Dit te weten, bereidt hem op alles voor. Hij ziet, over de onstuimige wateren en zeeën heen, de Geest van de Heere Jezus op de golven wandelen en hoort een stem zeggen: ‘Ik ben het, vrees niet!’ Hij weet ook dat God altijd wijs is, en omdat hij daarvan overtuigd is, vertrouwt hij dat hem geen toeval of vergissing kan overkomen. Hij vertrouwt erop dat er niets kan gebeuren wat niet mag gebeuren. Hij kan zeggen: ‘Als ik alles wat ik heb, zou moeten verliezen, is het toch beter voor mij om het te verliezen dan om het te behouden, als het Gods wil is. De ergste beproeving is de wijste en beste zaak die mij kan overkomen, als God het beschikt. ‘Wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede.’ Een christen gelooft dit niet alleen maar als bespiegeling, maar hij weet dit ook. Alles heeft tot nu toe meegewerkt ten goede; giftige kruiden zorgen voor genezing als zij in een goede verhouding gemengd zijn; de scherpe sneden van het Goddelijke opereermes namen het wilde vlees weg, en bevorderden daardoor de genezing. Het hart van de gelovige is daarom gerust, en in staat om elke beproeving kalm tegemoet te gaan. De gelovige kan in de geest van echte overgave bidden: ‘Zend mij wat U wilt, o mijn God, zolang het maar van U afkomstig is. Nooit stuurde U een slecht deel van Uw tafel aan één van Uw kinderen!’