En aldaar zal een verheven baan en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden. Jesaja 35:8
Deze weg wordt gelegd door de woestijn: ‘aldaar zal een verheven baan zijn’ – door de woestijnen, waar het zand altijd stuift, waar de reiziger, als hij op een moment niet meer weet waar hij is, een wisse dood wacht, met de maag van de aasgier als zijn enige graf. Broeders, voor ons is een weg aangelegd door de woestijnen van de zonde, de wildernis van het verdriet, over heuvels van twijfel en bergen van vrees. Die weg loopt vlak langs uw voeten, arme zwerver, ook al bent u nu de weg kwijt in de woning der draken van de wanhoop. De verheven baan van de Koning wordt aangelegd door de woestijn: elk dal wordt verhoogd en elke berg en heuvel vernederd. O, u die zo uitgeput bent, dat u bent gaan liggen om in wanhoop te sterven, sla uw ogen op en zie de deur der hoop. U denkt dat er met geen mogelijkheid voor u een geopende weg kan zijn om tot God te gaan, naar de vrede, de hemel. Maar die weg is er, want onze tekst zegt: ‘En aldaar zal een verheven baan zijn.’ Ik voel me getroost als het gaat over hen die het verst zijn gegaan in de dwaling, de verdorvenheid, de hardheid van het hart of in de sombere vallei van de moedeloosheid: zelfs daar loopt de rechte lijn van deze verheven baan! God, Die de rivieren maakt, de hoge plaatsen en fonteinen midden in de woestijnen, heeft een koninklijke weg aangelegd waarlangs de bannelingen des Heeren naar Hem mogen terugkeren. Van de donkere deur van de dood naar de paarlen poort van de hemel loopt een ononderbroken lijn, want Jezus Christus, onze Zaligmaker, heeft onze dood gedragen, en ons het leven en de onsterfelijkheid gebracht.