Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Ach, Heere, Heere! Zie Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm, geen ding is U te wonderlijk. Jeremia 32:17
Terzelfder tijd dat de Chaldeeën Jeruzalem omsingelden, en oorlog, hongersnood en pestilentie het land verwoest hadden, beval God aan Jeremia een stuk grond te kopen en de overdracht ervan wettig te doen bezegelen in het bijzijn van getuigen. Het was een vreemde koop voor een verstandig mens. Voorzichtig was het niet, want er bestond weinig kans, dat de koper zich ooit in het bezit ervan zou verheugen. Maar voor Jeremia was het voldoende, dat God het hem had bevolen; want hij wist, dat God door al zijn kinderen zal gerechtvaardigd worden. Hij redeneerde aldus: “Gij Here God! Gij kunt dit stuk gronds nuttig voor mij maken, Gij kunt dit land van zijn onderdrukkers bevrijden. Gij kunt mij nog doen zitten onder mijn wijngaard en vijgenboom in het erfdeel, dat ik gekocht heb; want Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, en daar is niets te wonderlijk voor U.” Hierin juist bestond de majesteit van de heilige van de oude dag, dat zij op Gods bevel dingen durfden doen, die door de menselijke wijsheid zouden worden afgekeurd. Zij het een Noach, die een schip moet bouwen op het droge; een Abraham, die zijn enigen zoon moet offeren; een Mozes, die de schatten van Egypte moet verachten, of een Jozua, die gedurende zeven dagen Jericho moet belegeren met geen ander wapen dan het geklank van de bazuinen, zij allen handelen op Gods bevel, in tegenspraak met de menselijke wijsheid, en de Heer geeft hun een rijke beloning als gevolg van hun gehoorzaam geloof. Gaf God, dat wij in deze tegenwoordige tijd ook meer de kracht ondervonden van dat heldhaftig geloof in God. Indien wij meer waagden, alleen op de beloften van God, dan zouden wij een wereld van wonderen binnengaan, die ons nu nog vreemd is. Laat het vertrouwen van Jeremia het onze worden; niets is die God te wonderlijk, die hemel en aarde gemaakt heeft.