Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE!, zie, ik kan niet spreken, want ik ben jong. Maar de HEERE zeide tot mij: Zeg niet: ik ben jong, want overal waarheen Ik u zenden zal, zult gij gaan, en alles, wat Ik u gebieden zal, zult gij spreken. Jer. 1:6, 7
Jeremia was jong en voelde een natuurlijke huivering, toen hij met een grote opdracht door de HEERE werd uitgezonden, maar Hij, die hem zond, wilde niet hebben, dat hij zei: “Ik ben een kind”. Wat hij in zichzelf was, moest niet worden genoemd, maar opgaan in de overweging, dat hij was uitverkoren om voor God te spreken. Hij moest geen boodschap uitdenken en verzinnen, noch een gehoor kiezen: hij moest spreken wat God gebood, en spreken waar God hem zond, en om dit te doen zou hij bekwaamd worden door een kracht, die niet zijn eigene was. Is het zo ook niet met de een of andere jeugdige prediker of leraar, die mogelijk deze regels leest? God weet, hoe jong je bent, en hoe gering je kennis en ervaring zijn; maar als Hij verkoos je te zenden, past het je niet te huiveren voor die hemelse roeping. God zal Zichzelf groot maken in jouw zwakheid. Als je zo oud was als Methusalem, hoeveel zouden jouw jaren je helpen? Als je even wijs was als Salomo, zou je wellicht even gewillig zijn als hij. Houd je aan jouw boodschap en dat zal jouw wijsheid zijn. Volg je marsorders en zij zullen je beleid bepalen.